Benamingen voor de Nederlandse taal
Nederlands en Diets
Dit is een geschiedenis van de Nederlandse taal. In deze taalgeschiedenis zal de naam Nederlands gebruikt worden. Het is de enige officiële wettelijke naam voor de taal in Nederland en het noorden van België. Bedoeld wordt verder het Standaardnederlands, d.w.z. de Nederlandse standaardtaal of cultuurtaal: de norm die algemeen aanvaard en niet streekgebonden is.
De naam ‘Nederlands’ is nog niet zo oud. Hij komt voor het eerst voor in een geschreven tekst van 1482, maar werd in die tijd nog niet vaak gebruikt. 'Nederlands' werd pas de dominante naam vanaf het eind van de 19e eeuw. Voor die tijd waren andere namen in omloop. In de middeleeuwen, vóór 1500, was de naam ‘dietsch’ (Diets) in gebruik. Deze naam gaat terug op theudisk, wat in 788 opduikt in een tekst en ‘volkstaal’ betekent. De Franken, de invloedrijkste Germaanse volksstam in de Nederlanden, noemden hun taal zo, om hem te onderscheiden van de Romaanse talen (Latijn en Franse dialecten). Ook de naam ‘Duits’ is uit theudisk voortgekomen. 'Dietsch' werd vooral gebruikt voor de dialecten in Vlaanderen, Brabant, West-Limburg en Zeeland; 'Duutsch' (Duits) voor de dialecten in de rest van de Lage Landen en in Duitsland. Maar in de praktijk werden in de middeleeuwen deze namen vaak ook door elkaar gebruikt. In het Engels wordt tot vandaag de verwante naam 'Dutch' gebruikt om het Nederlands aan te duiden.
What's the difference between Holland and the Netherlands?
by CGPGrey (via YouTube)
Nederduits
Tijdens de Renaissance, tussen de 16e en de 18e eeuw, kwam de naam ‘Nederduytsch’ (Nederduits) in gebruik ter aanduiding van het Nederlands. In de 16e eeuw was het Nederlandstalige gebied een eenheid onder Karel V in de zogenaamde Zeventien Provinciën. De bevolking wilde uitdrukking geven aan haar eigenheid binnen het rijk van Karel V. Door middel van de naam ‘Nederduits’ onderscheidde men de eigen taal van de Nederlanden van de taal van het oosten, het ‘Duits’.
Hollands en Vlaams
Ook is hier een opmerking over de veelgebruikte benamingen Hollands en Vlaams op zijn plaats. De eerste wordt vaak gebruikt voor het in Nederland gebruikte Nederlands, de tweede voor het Belgische Nederlands. Het zijn echter geen officiële benamingen. In feite zijn het allebei namen van dialecten. ‘Hollands’ verwijst naar de dialecten van het voormalige graafschap Holland, die een belangrijke rol speelden tijdens de Gouden Eeuw van Holland. ‘Vlaams’ verwijst naar de dialecten van het voormalige graafschap Vlaanderen die van belang waren van de 13e tot de 15e eeuw, toen de steden Brugge, Ieper, Gent economisch en politiek succes hadden. De naam ‘Vlaams’ is sinds de 19e-eeuwse romantiek in gebruik als overkoepelende term voor de dialecten in het noorden van België. De benaming Nederlands is in België in 1973 officieel vastgelegd.
De verschillende benamingen voor het Nederlands komen onder meer aan bod in Van der Wal (1992 [2008]).