Structuur en geschiedenis van het Nederlands Een inleiding tot de taalkunde van het Nederlands

De Nederlanden in de middeleeuwen

Overzicht van de Nederlandstalige gewesten in de middeleeuwen

Op literatuurgeschiedenis.nl is een kaart te zien van de Nederlanden omstreeks 1300, met informatie over de verschillende gewesten.


Het Belfort in Brugge
herinnert aan de
sterke positie van Brugge
in de middeleeuwen.
Foto: rosebennet (CC BY 2.0)

Voor het hele Nederlandstalige gebied in de middeleeuwen geldt dat taalgrenzen geen politieke grenzen waren. Desondanks ontwikkelden de streken waar de dietsche talen gesproken werden (vgl. hierbij ook de dialecten van het Middelnederlands) meer en meer een eigen gezicht dat zich duidelijk van de door het Frans gedomineerde cultuur onderscheidde. Een reden daarvoor was de groei en de bloei van de grote stedelijke gemeenschappen die een zeker individualisme mogelijk maakten.

De Nederlanden waren in de middeleeuwen versnipperd in verschillende gewesten, waarvan de meeste bij het Duitse rijk hoorden. De politieke, culturele en economische centra van het Nederlandstalige gebied waren in de middeleeuwen achtereenvolgens het graafschap Vlaanderen (13e-14e eeuw), het hertogdom Brabant (15e eeuw), en onder de regering van Floris V ook het graafschap Holland. De huidige noordelijke provincies van Nederland waren in het Europese machtsspel nauwelijks van belang, omdat ze een zeer agrarische infrastructuur hadden.

Bekijk hier kunst uit de middeleeuwen onder begeleiding van middeleeuwse muziek.


Het Zwin is nu een natuurreservaat.
Foto: drhenkenstein (CC BY 2.0)

Het graafschap Vlaanderen (West-, Oost-, Zeeuws- en Frans-Vlaanderen) was uit enkele Karolingische territoriën ontstaan en behoorde in de middeleeuwen tot de Franse kroon. In dit gebied lagen de steden Gent, Brugge en Ieper, rijk door lakenproductie en handel, en met veel politieke macht. De haven van Brugge gold als internationaal handelscentrum van West-Europa, totdat het Zwin verzandde, waardoor de toegang tot de zee afgesneden werd. Ook ging in de 13e eeuw een sterke culturele invloed van Vlaanderen uit. Belangrijke literaire werken in de volkstaal zijn onder meer het dierenepos Van den vos Reynaerde en werken van Van Maerlant.

Het hertogdom Brabant werd in de loop van de middeleeuwen steeds machtiger: tot de oorspronkelijke kern - het graafschap Leuven - behoorden weldra Antwerpen, Noord-Brabant en Limburg. Antwerpen nam de rol van belangrijkste havenstad over van Brugge, terwijl Brussel en Mechelen politieke centra van de Nederlanden werden. Door talrijke contacten met Franstalig gebied werd het Nederlands in Vlaanderen zeer sterk door het Frans beïnvloed. In Brabant daarentegen was de Romaanse invloed op de taal erg zwak, zelfs in Brussel spraken alle inwoners Nederlandse dialecten. Het graafschap Holland (met sticht Utrecht en de West-Friese gewesten) was wel sterk op Frankrijk georiënteerd.

Maria van Bourgondië
Portret: Michael Pacher (ca. 1490) (1.0)

Met de toenemende macht van de Bourgondische hertogen, die van de zwakte van de Franse koningen en de keizers van het Duitse rijk wisten te profiteren, kwamen steeds grotere delen van het Nederlandstalige gebied onder hun bewind. In de tijd van Filips de Goede en Karel de Stoute (1396-1477) was Bourgondië de politieke en culturele macht in West-Europa. Na de dood van Karel de Stoute trouwde zijn erfgerechtigde dochter Maria met Maximiliaan van Oostenrijk, het gebied kwam bij het Habsburgerrijk. Tijdens de Bourgondische periode kenden de Nederlanden een sterke verfransing.

Van 1150 tot 1300

Het begin van het Middelnederlands wordt omstreeks 1200 vastgelegd. Uit de vroegste periode zijn er haast geen documenten in de volkstaal overgeleverd, omdat men toen als geschreven taal het Latijn gebruikte. De weinige mensen die konden lezen en schrijven waren vooral geestelijke ambtenaren. De Nederlandse gewesttalen werden alleen mondeling doorgegeven. Deze toestand veranderde radicaal met het opbloeien van de steden, die een enorme invloed hadden op de positie van het Middelnederlands. Het Latijn bleef weliswaar de taal van de kerk en de wetenschap, maar het verloor zijn positie als bestuurstaal. De burgers maakten namelijk gebruik van hun eigen gewestelijke volkstaal, bijvoorbeeld in schriftelijke documenten zoals wetten en contracten.

Van den Vos Reynaerde:
de volledige tekst en een luisterfragment.

Reynaert
Foto: Vitaly Volkov (CC BY 2.5)

Door de vooraanstaande positie van het graafschap Vlaanderen in de 13e eeuw beschikken we over tal van ambtelijke documenten in de Vlaamse volkstaal. Eén van de belangrijkste literaire teksten ontstaan in Vlaanderen in de tijd tussen 1200 en 1260 is het verhaal Van den Vos Reynaerde. Het is een dierenepos dat een satire vormt op de middeleeuwse samenleving.

In de 11e en 12e eeuw was Europa in de ban van de kruistochten, gewapende tochten die door de christenen van West-Europa ondernomen werden om het "heilige land Palestina" op de moslims te heroveren. In die tijd ontstonden in Noord-Italië en Zuid-Frankrijk de zogenaamde armoedsbewegingen van de middeleeuwen, de bekendste is die van Frans van Assisi (1181-1226). Maar ook de Waldenser, Katharer en andere bewegingen, die door de katholieke kerk met grote wreedheid vervolgd werden, droegen veel bij tot de socioculturele omstandigheden van deze tijd. Ook ontstond toen de geldeconomie, die tot het vroege kapitalisme leidde, en de geldaristocratie kwam op. Een andere belangrijke ontwikkeling was dat de landsheren na het Concordaat van Worms van 1122, dat een eind aan de investituurstrijd bracht, steeds meer macht voor zich konden winnen en van dienaren van de koning tot min of meer zelfstandige bestuurders werden. Centralistische pogingen van de koning leidden vaak tot burgeroorlogen.

In de 14e en 15e eeuw leidden economische stagnatie en misoogsten tot crisis in Europa. Bovendien eiste de pest, de Zwarte Dood, talloze levens.

Ausbreitung der Pest in Europa (1347-1351)
Karte: Roger_Zenner (CC BY-SA 2.0)

Van 1300 tot 1500

In deze periode groeide de politieke eenheid van de Nederlandstalige gewesten. Veel gewesten werden door voordelige huwelijken en veroveringen met elkaar verenigd en tot grotere en machtigere graafschappen of hertogdommen uitgebouwd. Maar ook de macht van de steden en hun burgers nam enorm toe. Op 11 juli 1302 vond de Guldensporenslag bij Kortrijk plaats. Het feit dat het het Vlaamse voetvolk lukte om het ridderleger van de Franse koning te verslaan, versterkte het zelfbewustzijn van de burgers enorm.

De handel tussen de steden en gewesten nam toe en daarmee natuurlijk ook het contact tussen de bewoners van verschillende streken. Daardoor groeide de behoefte aan een algemene taal. In het begin was het dialect met het hoogste prestige het Vlaams, dan het Brabants, later het Hollands. Degenen die door hun slechte positie in de maatschappij niet de mogelijkheid hadden andere streken te zien of met vreemden te communiceren, probeerden de rijken te imiteren. Daardoor werden de streektalen meer en meer op één niveau gebracht.

Rond 1450 werd de boekdruk met losse letters uitgevonden. Het werd nu mogelijk veel meer boeken veel sneller te drukken, wat bijdroeg aan de ontwikkeling van een standaardtaal. Men kon nu niet alleen in zijn eigen streek een veel groter lezerspubliek bereiken maar ook andere gewesten van boeken voorzien. Voor deze - "anderstalige" - lezers meden de auteurs het gebruik van woorden die in andere streken niet bekend waren. De boekdrukkunst was dus van groot belang voor de ontwikkeling van een algemene taal. De Middelnederlandse centra van de boekdruk waren Utrecht, Gouda, Delft, Leiden, Haarlem en Zwolle.

Aan het einde van de 13e eeuw had West-Europa een zelfstandige cultuur ontwikkeld, de economische situatie was - vooral in de rijke nijverheidsgebieden van Vlaanderen en Brabant - uitstekend. Het bestuur werd door beschaafde leken uitgevoerd, degenen die konden lezen en schrijven waren niet langer slechts in clericale kringen te vinden. Toch werd het onderwijs nog altijd door de kerk ingericht; vanaf de 12e eeuw ontstonden er zogenaamde "domscholen". Sommige domscholen groeiden uit tot de eerste universiteiten, zoals in 1425 in Leuven: het is de oudste universiteit van de Nederlanden. Voorheen moesten inwoners van de Nederlanden die hoger onderwijs wilden genieten, in Parijs of andere Europese metropolen gaan studeren.

Van de religieus gedomineerde kunststijl van de middeleeuwen, de gotiek, zijn
in Europa vandaag nog prachtige kunstwerken (kathedralen, altaren, schilderijen, enz.) te vinden. Voor de Nederlanden in deze tijd zijn kunstenaars als Jan van Eyck, Hieronimus Bosch, Claus Sluter enz. te noemen.

Beroemde 15e-eeuwse schilderijen uit de Lage Landen
zijn te bewonderen in deze virtuele galerij.

Middeleeuwse schilderkunst
Schilder: Rogier Van der Weyden (1.0)

Politieke eenmaking

Onder de Bourgondiërs in de 14e eeuw kwam het tot een politieke eenmaking van de Nederlanden. Tot het Bourgondische rijk behoorden behalve Franssprekende gebieden zoals Bourgondië en Henegouwen ook Nederlandssprekende gebieden zoals Vlaanderen, Brabant, Holland, Utrecht. De Bourgondische, Franssprekende hertogen vestigden zich in Brussel en het Frans werd niet alleen een belangrijke bestuurstaal, maar ook een prestigetaal voor de adel.


Voor historische achtergrondinformatie bij het Middelnederlands, raadpleeg bijvoorbeeld Blom (1993 [2003]), Janssens & Marynissen (2005), Van der Wal (1992 [2008]) en De Vries (1993 [2003]).

Verwijzingen

Invloed van het Latijn en het Frans
Diversiteit van het Middelnederlands: Middelnederlandse dialecten