Structuur en geschiedenis van het Nederlands Een inleiding tot de taalkunde van het Nederlands

De toekomst van het Nederlands

Wordt het Nederlands weggedrukt door het Engels?

Gaat het Nederlands teloor? Discussieer mee!
Drukt het Engels het Nederlands weg?
Lees het oordeel van deskundigen in deze reportage.

Er wordt tegenwoordig vaak gespeculeerd over de ‘bedreigende’ invloed van het Engels. Daarbij kan men in de eerste plaats denken aan ontlening. Het aantal leenwoorden uit het Engels is sinds de jaren ‘70 van de 20e eeuw spectaculair gestegen. Een van de oorzaken is de dominante positie van de Engelssprekende landen, vooral de VS, op technologisch en economisch gebied. Engelse leenwoorden zijn dan ook met name te vinden op het domein van de technologie en de economie, maar ook in de televisie- en filmindustrie, de reclamewereld, mode en cosmetica, popmuziek en niet te vergeten de sport.

Ik rugbyde en jij skatete: meer over de officiële spelling van Engelse woorden in het Nederlands vind je via deze pagina. De scrabble of het scrabble? Hoe je het genus bepaalt van aan het Engels ontleende substantieven lees je bij Taaladvies.

Of de ontlening aan het Engels als een bedreiging voor de Nederlandse taal beschouwd moet worden, is nog maar de vraag. Ontlening is van alle tijden (vgl. de invloed van het Latijn en het Frans tijdens de middeleeuwen) en niets zegt dat het Nederlands nu tenonder zal gaan door de vele ontleningen aan het Engels. Ook de strijd tegen ontlening bestaat al sinds de Renaissance (vgl. purisme), maar desondanks hebben tal van leenwoorden zich toch weten door te zetten tot de Nederlandse standaardtaal. Tot slot kan opgemerkt worden dat de leenwoorden opgaan in het Nederlandse taalsysteem. Vaak worden uitspraak en/of spelling vernederlandst (bv. de spelling van seks en de uitspraak van detective), en Engelse leenwerkwoorden worden volgens het Nederlandse systeem vervoegd (vgl. ik rugbyde, jij skatete). Met de Engelse leenwoorden vormt het Nederlands nieuwe samenstellingen zoals kipburger, milieufreak, live-opname en researchwerk. Het Nederlands vervangt niet systematisch Nederlandse woorden door Engelse, het neemt vooralsnog geen Engelse grammatica over en het behoudt zijn eigen klanken. Objectief gezien is er dus geen bedreiging voor het Nederlandse taalsysteem.

Op 12 november 2007 organiseerde de Nederlandse Taalunie een debat over de rol van het Engels in het Nederlandse taalgebied. Een verslag van het debat, evenals relevante informatie, artikels en filmpjes zijn op de Taaluniewebsite te vinden.

Wel kan vastgesteld worden dat het Nederlands aan domeinverlies lijdt ten gunste van het Engels. Het Engels neemt meer en meer functies over van de Nederlandse standaardtaal. Het breidt zich uit als onderwijstaal op de universiteit. Universiteiten in Nederland en Vlaanderen bieden masterprogramma’s gedeeltelijk of volledig in het Engels aan. Daarbij kan echter de kanttekening gemaakt worden dat in de middeleeuwen het Latijn de taal van de universiteit was. Dat heeft het voortbestaan van het Nederlands niet in de problemen gebracht.
Het Engels zet zich ook door als de taal van de wetenschapscommunicatie: publicaties en congressen gebeuren in het Engels, en niet alleen als daar een internationaal publiek mee gemoeid is. Ook het bedrijfsleven maakt gebruik van het Engels. Het lijkt alsof titels als ‘senior office manager’ en ‘account executive’ meer prestige uitstralen dan het Nederlandse alternatief. Als het Nederlands functies en status verliest in het Nederlandse taalgebied, kan dat op termijn wel een bedreiging betekenen. (Vgl. sociolinguïstiek)

Nederland en Vlaanderen: twee talen in één taalgebied?

De Nederlandse politiereeks Baantjer wordt op de Vlaamse tv ondertiteld. Moeten de Vlaamse en Nederlandse tv elkaars programma's ondertitelen? Discussieer mee!

Iedereen is het erover eens dat het Nederlandse Nederlands en het Belgische Nederlands twee verschillende variëteiten van het Nederlands zijn. Een interessante kwestie is evenwel hoe de verhouding tussen die variëteiten zich zal ontwikkelen. Groeien ze naar elkaar toe (convergentie), of bewegen ze zich juist van elkaar weg (divergentie)?

Als het gaat om de (formele) standaardtaal in België en Nederland, kunnen we stellen dat die in hoge mate overeenkomt, tenminste op het gebied van de grammatica en de woordenschat (vgl. Belgisch Nederlands). Lange tijd heeft België zich gericht op de noordelijke norm, maar we stellen vast dat er in het Standaardnederlands steeds meer ruimte komt voor Belgische inbreng. Op het gebied van de uitspraak van de standaardtaal wijken het Nederlands in Nederland en in België echter meer en meer van elkaar af. De noordelijke uitspraak is sterk veranderd (vgl. Poldernederlands). In België is dan weer een sterke invloed van het Brabants uitgegaan (Brabantse expansie). Kortom, Nederland en België hanteren voor de Nederlandse standaardtaal duidelijk een eigen uitspraaknorm.

De Nederlandstalige openbare omroep VRT in België heeft campagne tegen tussentaal gevoerd.

VRT-taaladviseur Ruud Hendrickx
Foto: Rhxherent (CC-BY-SA-3.0)

Op het niveau van de (informele) omgangstaal lijken België en Nederland uit elkaar te groeien. In Nederland wordt een vlotte variant van de standaardtaal gesproken, maar dat is in Vlaanderen niet het geval (vgl. gebruik van de Nederlandse standaardtaal). Daar hanteert men doorgaans een regionaal gekleurde omgangstaal of tussentaal. De tussentaal is bezig zich naar steeds meer gebruikssituaties te verspreiden. Ze duikt op in situaties waar voorheen dialect werd gesproken, maar ook neemt ze functies van de standaardtaal over. Bovendien lijkt ze zich te uniformiseren: de verschillende regionaal gekleurde omgangstalen krijgen steeds meer een algemene Brabantse inslag. Er zijn indicaties dat een groot deel van de Vlamingen zich in de Brabants gekleurde tussentaal thuisvoelt en men zichzelf er beter mee kan identificeren dan met het Standaardnederlands. Als deze tendens zich doorzet, groeit de tussentaal misschien uit tot een eigen 'Vlaamse' standaardtaal. Over de wenselijkheid daarvan lopen de meningen uiteen.

Zullen de dialecten verdwijnen?

Verdwijnen het Limburgs
en het Westvlaams?
Prof.em. Johan Taeldeman
(UGent) reageert (23-2-2009).

Sinds de 20ste eeuw hebben de Nederlandse dialecten grote veranderingen doorgemaakt onder invloed van de Nederlandse standaardtaal. Langs de ene kant is het gebruik van de dialecten steeds meer teruggedrongen: de standaardtaal neemt functies van de dialecten over (vgl.: Taal of dialect?). Belangrijk is dat meer en meer ouders hun kinderen opvoeden in de standaardtaal, vanuit de overtuiging dat dat beter is voor hun toekomst. Het aantal dialectsprekers neemt dus dramatisch af.
Tegelijk heeft de standaardtaal invloed op de vorm van de dialecten. Veel typische dialectkenmerken zijn in de loop van de 20ste eeuw verdwenen doordat de dialecten naar de standaardtaal toe groeiden. Zo zijn bijvoorbeeld veel dialectwoorden vervangen door standaardtaalwoorden. Deze veranderingen kunnen onder de noemer dialectverlies worden samengevat.

Verdwijnen de dialecten? Discussieer mee!

Het dialectverlies is niet overal in het Nederlandse taalgebied even sterk. Er is bijvoorbeeld meer dialectverlies in Groningen dan in Limburg. Algemeen kan gesteld worden dat er meer dialectverlies in Nederland is dan in België, waar de dialecten sterker staan. De vijand van de dialecten is daar niet zozeer de standaardtaal, maar de zgn. tussentaal. Die neemt functies van de dialecten over, zoals het gebruik als dagelijkse omgangstaal. Opvallend is wel dat de tussentaal zelf veel dialectische elementen bevat, met name Brabantse kenmerken. Maar ook de Nederlandse standaardtaal heeft zich voor regionale kenmerken opengesteld. Terwijl de dialecten opschuiven in de richting van de standaardtaal, is er in feite ook een omgekeerde beweging aan de gang.

Een artiest die hits scoort
met liedjes in het West-Vlaams,
is Flip Kowlier, hier met
'Min Moaten'.

Een veelgestelde vraag is of de dialecten uiteindelijk zullen verdwijnen. Die bezorgdheid heeft geleid tot een soort dialectrenaissance aan het eind van de 20e eeuw. Liedjes gezongen in het dialect werden bijvoorbeeld weer populair. Of zulke acties effect hebben op het dialectgebruik, valt niet te voorspellen. Ze leiden in ieder geval wel tot een versterkt bewustzijn van de waarde en de schoonheid van de Nederlandse dialecten. Over het algemeen gaan taalkundigen ervan uit dat de Nederlandse dialecten in ieder geval gedeeltelijk verdwijnen. Hun oorspronkelijke vorm zal niet bewaard blijven. Wel ziet het ernaar uit dat regionaal taalgebruik nog lang zal blijven bestaan, met name regionale uitspraakvarianten (klanken).


Is het Algemeen Nederlands ten dode opgeschreven?

Moeten we verder leven zonder standaardtaal?
Lees meer en discussieer mee!

Iedereen is het erover eens dat onze houding tegenover Nederlandse taalvariëteiten in de loop van de jongste vijftig jaar ingrijpend veranderd is. De standaardtaal ('ABN' of 'AN') gold lang als de enige volwaardige en legitieme gesproken taalvariëteit. Die opvatting is sterk gebaseerd op ideeën uit de tijd van de Renaissance (vgl. van der Horst (2008)). Sinds de laatste decennia lijkt onze taalcultuur echter volop in beweging te zijn. Onze manier van lezen, schrijven en vertalen is drastisch veranderd, evenals onze houding ten opzichte van spelling, onderwijs én de standaardtaal. Er is veel meer ruimte voor informele en regionale taalvormen gekomen, waardoor de grens tussen standaardtaal en niet-standaardtaal sterk vervaagd is. Taalhistoricus Joop van der Horst gaat nog een stapje verder: hij voorziet het einde van het Standaardnederlands en van de Europese standaardtalen in het algemeen.

Kwenie... Hebben sms-taal en chattaal invloed op het Nederlands?
Lees het in deze reportage.



Voorspellingen die lezers van het tijdschrift Onze Taal in 2007 maakten over het Nederlands zijn gebundeld in het boekje De toekomst van het Nederlands. Onze taal over 75 jaar. Het Nederlands van de 21e eeuw is het onderwerp van het boekje Hun hebben gelijk door Burger (2004).
Dialectverandering wordt uitgewerkt door Vandekerckhove (2000) en het komt aan de orde in Willemyns & Daniëls (2003).
Van der Horst (2008) geeft zijn persoonlijke visie op de toekomst van de standaardtaal.

Een beschouwing over de toekomst van het Nederlands in Vlaanderen geven bijvoorbeeld Goossens (2000) en Hendrickx (2006). Over tussentaal in Vlaanderen zie onder meer het hoofdstuk Verkavelingsvlaams van Van Istendael (1993 [2005]), De Caluwe (2002) en Geeraerts (1999). Voor ondertiteling van Nederlandstalige programma's op de Vlaamse televisie kan verwezen worden naar onderzoek van Vandekerckhove et al. (2007) en de bijdrage van Ruud Hendrickx in Stroop (2003). Onderzoek naar chattaal van Vlaamse jongeren en daaruit voortkomende standaardiseringsprocessen is te vinden bij Vandekerckhove (2006).

Verwijzingen

Standaardisering van het Nederlands in België
Belgisch Nederlands
Taalverandering in de 19e en 20e eeuw