Structuur en geschiedenis van het Nederlands Een inleiding tot de taalkunde van het Nederlands

Diftongering en "Hollandse expansie"

Dat we vandaag nog worstelen met de spelling van Nederlandse homoniemen als lijden/leiden en rijzen/reizen, die precies hetzelfde klinken maar toch anders worden geschreven, is te wijten aan de diftongering van de Middelnederlandse [i:].

Bij de overgang van het Middelnederlands naar het Nieuwnederlands hoort een klankverandering die van groot belang is voor de ontwikkeling van de Nederlandse taal: de diftongering van de [i:] (gespeld <ij>) en de [y:] (gespeld <uu>) tot respectievelijk de tweeklanken (diftongen) [ei] en [oey]. Dat gebeurde in verschillende fases.

De eerste fase

Zoals men o.a. uit commentaren van 16e-eeuwse grammatici kan afleiden, werden de Middelnederlandse monoftongen [i:] en [y:] geleidelijk uitgesproken als [ai] en [oi]. Dit proces van diftongering hield echter geen uitbreiding van de foneeminventaris in - in beide taalsystemen waren de diftongen [ai] en [oi] al aanwezig (bv. [ai] in leiden "de weg wijzen"). Door de diftongering van de [i:] en de [y:] kwam het dus tot een samenval van klanken:

  • de klanken in leiden [ai] en lijden [i:] vielen samen: beide [ai]

  • de klanken in fluyt [oi] en muus [y:] vielen samen: beide [oi]

Waar die veranderde uitspraak vandaan is gekomen, is een vraag die taalkundigen nog niet precies hebben kunnen beantwoorden. Zowel de geografische herkomst (Hollands of Brabants dialect?) als de sociale herkomst (hogere of lagere kringen?) worden in vraag gesteld. Men weet alleen met zekerheid dat de nieuwe diftongen via de prestigieuze taal van de hogere Hollandse kringen tot het latere Standaardnederlands konden doordringen. Voor wat voorafging, bestaan er onder meer de volgende verklaringsmodellen:

  • De taalkundige Kloeke (1927) gaat ervan uit dat de diftongen voortkomen uit het Brabantse dialect. Diftongering trad al vroeg op in het zuiden. In de 16e eeuw kwamen invloedrijke zuidelijke immigranten in de Hollandse steden wonen. De Hollandse hogere kringen kwamen met hun taalgebruik in contact en namen de Brabantse diftongen van de prestigieuze zuiderlingen over. De diftongering is dan een ontlening.

  • Een ander standpunt is dat de diftongering in het Hollands van de lagere klassen is ontstaan. Ze is dan een autochtoon Hollands verschijnsel.

  • Een tussenpositie wordt ingenomen door o.a. Caron (1947), die stelt dat een al aanwezige Hollandse ontwikkeling door de invloed van Brabantssprekende immigranten werd versterkt.

Blaif bai mai
Opvallend genoeg lijkt de 'oude' [ai]-uitspraak sinds het eind van de 20e eeuw met een comeback bezig te zijn.

De tweede fase

Waar de oorsprong van de diftongen ook ligt, zij veroverden hun plaats in het Hollands van de hogere kringen. Ze deden dat echter niet in de vorm [ai] resp. [oi], maar in de meer gesloten uitspraakvarianten [ei] en [oey]. Die varianten werden door de Hollandse elite als beschaafder aangevoeld in vergelijking met de lager gewaardeerde [ai] en [oi]. De gesloten uitspraakvarianten zijn uiteindelijk de standaard geworden. De Twe-spraack keurt de [ai]-uitspraak af.

Verspreiding van de [ei]

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Kaart: Joostik (CC0 1.0 Universeel)

Met de toenemende invloed van het gewest Holland binnen de Republiek der Verenigde Nederlanden verbreidde zich ook zijn taal met enkele klankverschijnselen (zoals de nieuwe diftongen) naar andere gebieden van Nederland - een verschijnsel dat door Kloeke (1927) Hollandse expansie wordt genoemd. De diftong [ei] verspreidde zich vanuit de Hollandse steden naar de omliggende gebieden en vanuit Holland naar andere streken. Sommige dialectgebieden (zoals delen van Zeeland en Limburg) bleven echter buiten het bereik van deze expansie.

Verspreiding van de [oey]

De verspreiding van de [oey] verliep ingewikkelder omdat er in de 16e/17e eeuw in het oosten nog gebieden waren waar de verschuiving van [u:] naar [y:] nog niet voltooid was. Vermoedelijk droegen Hollandse schippers nog bij tot de verspreiding van de [y:] in oude [u:]-regio's langs de Zuiderzee, toen tegelijkertijd in de Hollandse steden al de diftongering van [y:] naar [oey] begonnen was, en zich naar andere gebieden uitbreidde. Zoals op de kaart van Kloeke uit Van der Wal (1992) te zien is, heeft echter noch de [y:] noch de [oey]-expansie alle gebieden bereikt. De lange i's en u's in sommige Nieuwnederlandse dialecten vormen daar nog sporen van.

Uitzonderingen

Bovendien trad de diftongering van [i:] en [y:] niet in alle posities op; voor een /r/, bijvoorbeeld, bleven de oude monoftongen bestaan (bv. muur). Omdat klankveranderingen zich per woord verspreiden (een principe dat lexicale diffusie genoemd wordt), bereikte de diftongering verder ook niet alle potentiële woorden binnen het taalsysteem (zie woorden als scharensliep (vs. slijpen) en duvel (vs. duivel).


Voor informatie over de diftongering en de 'Hollandse expansie', zie o.m. Kloeke (1927), Van der Wal (1992 [2008]), Caron (1947). Verder kunnen bv. Janssens & Marynissen (2005) en Van der Sijs (2005) geraadpleegd worden.

Verwijzingen

Latinistische constructies (ACI, participiumconstructies)
standaardisering