De gesproken standaardtaal: het Algemeen Beschaafd Nederlands
Aandacht voor de gesproken taal
Er kwamen naar het eind van de 19e eeuw meer en meer ideeën over een ‘beschaafde’ uitspraak, waarbij het Hollands van de elite het uitgangspunt was. Daarbij hoorde een toegenomen aandacht voor het gesproken Nederlands. In een veranderde maatschappij ontstond er een behoefte aan een gesproken standaardtaal. Een factor die daartoe bijdroeg was de toenemende mobiliteit en bevolkingsvermenging, die overkoepelende mondelinge communicatie nodig maakte. In de loop van de 20e eeuw kwamen er nieuwe media op, zoals de radio en de telefoon, waardoor mondelinge communicatie belangrijker werd.
In de kring van het tijdschrift Taal en Letteren was de benaming Algemeen Beschaafd Nederlands ontstaan. Het is de naam waarmee de gesproken standaardtaal aangeduid wordt die zich in de loop van de 20e eeuw verspreid heeft.
De verspreiding van het ABN
De sociale en geografische verspreiding van het ABN in Nederland verliep in 3 fases:
- Het ABN begint zijn carrière rond 1900 bij de elite in de Hollandse steden, een kleine groep die zich door hun taal sociaal wil onderscheiden van de rest. Tot ca. 1920 beheerst amper 3 % van de bevolking dit chique ABN.
- In een volgende fase (vanaf ca. 1920) voltrekken zich veranderingen op sociaal en politiek vlak, wat zijn weerslag heeft op de taal. Stap voor stap maakt de sociale middenlaag (leraars, ouders...) in de steden zich het ABN eigen om erbij te horen. In deze fase van het burgerlijke ABN komt zijn spreiding bij 40-50 % van de Nederlandse bevolking.
- In een derde fase breidt het ABN zich uit naar de bevolking op het Nederlandse platteland, om met 80 % van de bevolking tot democratisch ABN te worden.
Tegen de jaren ’60 van de 20e eeuw is het ABN algemeen geaccepteerd en verspreid; iedereen verstaat het en de meesten spreken het. Onder meer verplicht en verbeterd onderwijs en de media hebben bijgedragen tot de explosieve verspreiding van het ABN in Nederland.
Tot 1970 was er een eenduidige, strakke norm die aan de hand van strenge normatieve boekjes verspreid werd.
De verruiming van de spreektaalnorm na 1970
Tot ca. 1970 was het ABN in de eerste plaats beschaafd: het was de ontwikkelde, ‘nette’ variant die stond tegenover dialect en ‘onverzorgde’ taal. Tegen die strenge norm die geen variatie accepteert kwam er reactie. De houding tegenover het ABN veranderde sterk. Daaraan lagen maatschappelijke veranderingen ten grondslag. Gelijkheid en democratisering wonnen aan belang. Personen uit alle sociale klassen wilden gelijk behandeld worden en dat gold ook voor hun taal: discriminatie op basis van een regionale uitspraak werd niet meer getolereerd. De benaming ABN werd bekritiseerd, wat ertoe heeft geleid dat men liever van Algemeen Nederlands (AN) is gaan spreken. In de 'democratische' samenleving verliest de standaardtaal haar functie als instrument om sociaal hogerop te komen.
De samenleving maakte een informalisering door, waarbij de omgangsvormen losser werden. De taal is deze verhoudingen gaan weerspiegelen. Taalvormen uit de informele sfeer en ook regionale varianten (zowel qua uitspraak als woordkeus) zijn tot de standaardtaal doorgedrongen. De verruiming van de norm voor de standaardtaal houdt in dat er meer openheid is gekomen voor variatie, voor vernieuwing en voor vereenvoudiging. Men zou voor deze fase dan ook van gevarieerd ABN kunnen spreken.
Volledig gewijd aan het ontstaan van het ABN is van der Sijs (2004). De standaardisatie van het Nederlands in de 17e eeuw wordt besproken in van der Wal (1995). De vorming van de gesproken standaardtaal komt aan bod in Van den Toorn (1997), Janssens & Marynissen (2003 [2005]) en van der Wal (1992 [2008]). Achtergrond én een vooruitblik biedt van der Horst (2008).
Verwijzingen
Taalverandering in de 19e en 20e eeuw
De toekomst van het Nederlands