Mooi meegenomen!
Dutch-German translations based on recent articles from the Dutch speaking news.
All translations are part of our online dictionary as well.
NEW: We have opened an account on Quizlet that will help you to learn the vocabulary presented here.
02.07.2025 | read article
Anna Paulownabomen koloniseren Bijlokewijk in Gent: na riool groeit sierplant nu ook uit keldergat en trottoirs
de / het riool | → | der (Abwasser)Kanal | |
de kier | → | der Spalt | |
zich nestelen | → | sich einnisten | |
de spleet | → | der Spalt, der Ritz | |
de verkoeling | → | die Abkühlung | |
opschieten | → | aufschießen, in die Höhe schießen | |
vlezig | → | fleischig | |
de sierplant | → | die Zierpflanze | |
kiemen | → | keimen | |
de bron | → | die Quelle | |
de nakomeling | → | der Nachfahre, Nachkomme | |
telen | → | anbauen, züchten | |
kweken | → | züchten | |
het nichtje | → | die Nichte | |
mislukken | → | misslingen | |
het huwelijksaanzoek | → | der Heiratsantrag | |
betovergrootmoeder | → | die Ururgroßmutter |
Archive of articles
02.07.2025 | read article
de opoffering → die Aufopferung
voorspoedig → erfolgreich
alsook → sowie, wie auch
de tegenslag → der Rückschlag, der Misserfolg
de uitdaging → die Herausforderung
de veerkracht → die Spannkraft, Schwungkraft
de zweepslag → der Peitschenhieb
de pesterij → die Schikane
het baken → der Leitstern02.07.2025 | read article
de dwangarbeid → die Zwangsarbeit
Ketikoti → Gedenktag zur Abschaffung der Sklaverei (1863)
de tot slaaf gemaakten → die Versklavten
van lieverlee → nach und nach, allmählich
verbijsteren → bestürzen, erschüttern
de marron → der Nachkomme von geflohenen Versklavten in Surinam
zich vermenigvuldigen → sich vermehren
de Gouden Bocht → https://de.wikipedia.org/wiki/Gouden_Bocht
de zaakwaarnemer → der Sachwalter
het grootgrondbezit → der Großgrundbesitz
voor grof geld → für viel Geld
pijn doen → schmerzen
de uitlaapklep → das Ventil
zich aan iemand optrekken → sich an jemandem aufrichten
durven → sich trauen
de voorouders → die Vorfahren
afpakken → wegnehmen
raar → merkwürdig
snappen → kapieren, verstehen01.07.2025 | read article
het vervolg → die Fortsetzung
de achterstelling → die Benachteiligung
de kop opsteken → aufkommen, aufleben
de tegenwerking → der Widerstand
de uitkomst → das Ergebnis
de belofte → das Versprechen
fel → scharf
de dominee → der Pfarrer, Pastor (protestantisch)
het juk → das Joch30.06.2025 | read article
lichten → leuchten
lijken → scheinen
weerkaatsen → zurückwerfen, reflektieren
zeldzaam → selten
het KNMI (het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) → das Königliche Niederländische Meteorologische Institut
de hoogte → die Höhe
op z'n koudst → am kältesten28.06.2025 | read article
de vertraging → die Verspätung, Verzögerung
het landingsgestel → das Fahrwerk, Fahrgestell
vervangen → ersetzen, austauschen
het begeven → kaputt gehen
luchtwaardig → lufttüchtig
duchtig → tüchtig
sleutelen → herumbasteln / herumdoktern
in overleg (met) → nach Rücksprache (mit)
de kwinkslag → der Scherz
uitzonderlijk → außergewöhnlich
immers → ja, jedenfalls
eender welke vlucht → egal welcher Flug
eenvoudigweg → schlechthin
beschikbaar → verfügbar
de spirit erin houden → Mut behalten28.06.2025 | read article
de Sinterklaasintocht → der Einzug des Nikolaus
NTR (NPS, Teleac, RVU) → öffentlich-rechtlicher Sender in den NL
de piet → der Gehilfe des Nikolaus
voet aan wal zetten → an Land gehen
de goedheiligman → andere Bezeichnung für Sinterklaas (Sankt Nikolaus)
net zoals → genauso wie
de verslaggever → der Reporter, der Berichterstatter
het stokje overnemen → den Stab übernehmen
het boegbeeld → die Galionsfigur
de huidkanker → der Hautkrebs
overlijden → sterben26.06.2025 | read article
uitzonderlijk → außergewöhnlich
de oud-premier → der ehemalige Premierminister
betekenisvol → bedeutungsvoll
de kleuterklas → die Vorschulklasse
de kleuterleidster → die Kindergärtnerin
het schoolhoofd → der Schulleiter
gehuwd → verheiratet
de echtgenoot → der Ehemann
de voorvechter → der Verfechter, Vorkämpfer
de minister van Economische Zaken → der Wirtschaftsminister
de staking → der Streik
het gezag → die Gewalt, die Macht
overeind blijven → aufrecht bleiben, nicht umkippen / umfallen
zijn verantwoordelijkheid nemen → die Verantwortung für etwas auf sich nehmen
in elkaar zitten → funktionieren
de beperking → die Einschränkung
het denkkader → das Denkmuster
ga ervoor! → setze dich dafür ein!25.06.2025 | read article
het mikpunt → die Zielscheibe
de Middeleeuwen → das Mittelalter
het verwijt → der Vorwurf
de bevinding → der Befund, die Erkenntnis
blootleggen → offenlegen, aufdecken
in pieken → in Wellen
iemand viseren → jemanden kritisieren, aufs Korn nehmen (in B)
de omwenteling → die Umwälzung
aan de gang zijn → im Gange sein
verraderlijk → verräterisch
naar het hoofd slingeren → an den Kopf werfen
de vanzelfsprekendheid → die Selbstverständlichkeit25.06.2025 | read article
bezuinigen → sparen
schrappen → streichen
de baan → die Stelle
het college van bestuur → der Universitätsrat
uiteindelijk → letztendlich
het ontlag → die Kündigung
de dienstverlening → die Dienstleistung
iets versoberen → etwas einschränken / beschränken23.06.2025 | read article
tientallen → Dutzende
de uitgeverij → der Verlag
onder vuur liggen → schwerer Kritik ausgesetzt sein
de uitlating → die Äußerung
laf → feige
de dooddoener → die abgedroschene Phrase
op iets aandringen → auf etwas drängen
iets van de hand doen → etwas verkaufen
haaks staan op iets → mit einer Sache nicht vereinbar sein, im Widerspruch zu einer Sache stehen21.06.2025 | read article
de snelweg → die Autobahn
trouwen → heiraten
alles op alles zetten → alles dran setzen
iets afkrijgen → etwas fertig bekommen
het bos → der Wald
in het achterhoofd → im Hinterkopf
de EHBO’er → der Sanitäter
de EHBO (Eerste Hulp Bij Ongelukken) → die Erste Hilfe, Unfallhilfe
hardlopen → rennen
het ov (openbaar vervoer) → die öffentlichen Verkehrsmittel
de NS (Nederlandse Spoorwegen) → die Bahn
het stel → das Paar
geslaagd → gelungen19.06.2025 | read article
de zin → der Satz
durven → sich trauen
raar → merkwürdig
de persoonsvorm → die Personalform, die finite Form
het werkwoord → das Verb
het onderwerp → das Subjekt
toepassen → anwenden
alhoewel → obwohl
de anderstaligen → die Anderssprachigen19.06.2025 | read article
de jonkheer → der Junker (Adelstitel)
het verzet → der Widerstand
de sluikpers → die illegale Presse (in B)
een functie bekleden → eine Funktion innehaben
de uitvaart → die Beerdigung, Beisetzung14.06.2025 | read article
de bloembol → die Blumenzwiebel
de bolleboos → die Koryphäe, das Ass
de faam → der Ruhm
wellicht → vielleicht, womöglich, möglicherweise (in NL)
de bedoeling → die Absicht
zich storten → sich stürzen, sich werfen
zoonlief → Sohnemann
wroeten → wühlen
gestaag groeien → ständig wachsen
vrijwel → nahezu, so gut wie
in de weer zijn → beschäftigt sein
de pennenvrucht → ± die schriftstellerische Leistung
het bed → das Beet
vermaard → berühmt
zijn mannetje staan → seinen Mann stehen
iets heeft afgedaan → etwas hat ausgedient
de Kop van Noord-Holland → https://nl.wikipedia.org/wiki/Kop_van_Noord-Holland
elders → anderswo14.06.2025 | read article
houten → hölzern, aus Holz
de dekmantel → der Deckmantel
kennis vergaren → Wissen anhäufen
Zaans → aus Zaandam
de werf → die Werft
hinderlijk → störend, lästig
legio → zahlreich
kerven → einschneiden, einkerben
overkappen → überdachen
herstellen → reparieren
opknappen → herrichten
de presse-papier → der Briefbeschwerer04.06.2025 | read article
gehaat → verhasst
de flitspaal → die Radarkamera, der Ampelblitzer
opscheppen → angeben
de onderzeeër → das U-Boot
de brandslang → der Feuerwehrschlauch
de uitvinder → der Erfinder
de kachel → der Ofen
erdoorheen jagen → verjubeln
de zolderkamer → die Dachkammer, Bodenkammer
knutselen → basteln
het scheerapparaat → der Rasierapparat
de rommelmarkt → der Flohmarkt, der Trödelmarkt
de snelheidsduivel → der Raser
de verkeersovertreding → das Verkehrsdelikt
iemand flitsen → jemanden blitzen
optrekken → beschleunigen
de slijptol → der Winkelschleifer
koppen → titeln
pielen → fummeln
de bekeuring → das Bußgeld, der Strafzettel
afgaan → von der Hand gehen
verslaafd → süchtig
onbedoeld → unabsichtlich, unbeabsichtigt04.06.2025 | read article
de lellebel → die Schlampe
het rijkeluiskind → das Kind aus reichem Haus
zich misdragen → sich schlecht benehmen
zich bezondigen → sich versündigen
losbandig → zügellos
de griffier → der Schriftführer
de bloemetjes buiten zetten → auf den Putz hauen, einen draufmachen
geestig → geistreich, witzig
oplopend → hitzig, aufbrausend
wraakgierig → rachsüchtig
beroerd → erbärmlich, miserabel
welbespraakt → sprachgewandt, redegewandt
het drankorgel → der Säufer
daverend → außergewöhnlich
een streek uithalen → einen Streich spielen
op het schild hijsen → auf den Schild heben
de rapen zijn gaar → es wird kritisch
de terechtstelling → die Hinrichtung
van iemand af zijn → von jemandem erlöst sein
achter de tralies → hinter Gittern
voor de wind → ausgezeichnet03.06.2025 | read article
PVV (Partij voor de Vrijheid) → niederländische rechtspopulistische Partei
de VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) → niederländische rechtsliberale Partei
NSC (Nieuw Sociaal Contract) → eine niederländische politische Partei
BBB (BoerBurgerBeweging) → eine niederländische politische Partei
de bewindspersonen → die Minister
een vergadering beleggen → eine Sitzung anberaumen, einberufen
het asielbeleid → die Asylpolitik
een nachtje over iets slapen → eine Nacht über etwas schlafen, nachdenken
het landsbelang → das Staatsinteresse
stoom afblazen → Dampf ablassen
de troef → der Trumpf, die Trumpfkarte
willens en wetens → wissentlich, willentlich
eruit trekken → den Stecker herausziehen02.06.2025 | read article
het regeerakkoord → die Koalitionsvereinbarung
de NPS (Nationale Partij Suriname) → politische Partei in Suriname
ABOP (Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij) → politische Partei in Suriname
Pertjajah Luhur → politische Partei in Suriname (https://nl.wikipedia.org/wiki/Pertjajah_Luhur)
BEP (Broederschap en Eenheid in de Politiek) → politische Partei in Suriname
A20 (Alternatief 2020) → politische Partei in Suriname
beoogd → in spe, künftig
de telling → die Zählung
blijken → sich herausstellen
behoorlijk → ziemlich, beträchtlich
de uitdaging → die Herausforderung
de vete → die Feindschaft
iets naast zich neerleggen → etwas nicht berücksichtigen / beachten
aan de slag gaan → sich an die Arbeit machen01.06.2025 | read article
prestigieus → prestigeträchtig
fijngevoelig → feinfühlig
speels → verspielt, spielerisch
het klankpalet → die Klangpalette
iets kwijt kunnen → etwas loswerden können
in een klap → mit einem Schlag28.05.2025 | read article
diens → dessen
het paneel → die Tafel
vervaardigen → anfertigen
vereeuwigen → verewigen, (für immer) festhalten
de penseelstreek → der Pinselstrich
om en om → abwechselnd
in de smaak vallen → Anklang finden, ansprechen, gefallen
welgesteld → wohlhabend, gut situiert
de stedeling → der Städter
huiselijk → häuslich
de kroeg → die Kneipe
tot dusver → bis jetzt, bisher
het OCW (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) → das niederländische Ministerium für Erziehung, Kultur und Wissenschaft28.05.2025 | read article
voor het eerst → zum ersten Mal
destijds → damals
beslag leggen op iets → etwas beschlagnahmen
uitroeien → ausrotten
onthoofden → enthaupten, köpfen
de wake → die Mahnwache
het kaarslicht → das Kerzenlicht
de herstelbetaling → die Reparationszahlung
in de maak → in Vorbereitung
uitkopen → freikaufen27.05.2025 | read article
de nek-aan-nekrace → das Kopf-an-Kopf-Rennen
iets ontlopen → einer Sache entgehen
de eensgezindheid → die Einigkeit, die Eintracht
de Decembermoorden → https://nl.wikipedia.org/wiki/Decembermoorden
mondjesmaat → spärlich
het waarschuwingsschot → der Warnschuss
bezuinigen → sparen
terugschroeven → rückgängig machen
de vriendjespolitiek → die Vetternwirtschaft
lijnrecht tegenover elkaar staan → völlig entgegengesetzte Standpunkte vertreten25.05.2025 | read article
het mierennest → der Ameisenhaufen
monkelen → schmunzeln
etsen → radieren
waterverven → aquarellieren
de tronie → de Visage
het mombakkes → die (groteske) Maske
de armoezaaier → der Habenichts, Hungerleider, Bettler
spieden → spähen
de venter → der Hausierer
nijver → fleißig
de luim → die Laune
mistroostig → niedergeschlagen, trübselig
dense (Eng.) → dicht, kompakt
navlooien → nachforschen
de vlooien → die Flöhe
van binnen en van buiten → in- und auswenig
verbeurdverklaren → beschlagnahmen, einziehen
de nijverheid → die Industrie, das Gewerbe
sompig → sumpfig, matschig
het beluik → die Sackgasse (in B)
de behanger → der Tapezierer
de familiebedoening → der Familienbetrieb
uitpuilen → überquellen
sluiks → heimlich
verslonzen → verkommen/verludern lassen
aanschurken tegen iets → sich an etwas schmiegen
het madeliefje → das Gänseblümchen
de zelfkant → der Rand
de mistroostigheid → die Niedergeschlagenheit
doorgronden → durchschauen, ergründen
de smeltkroes → der Schmelztiegel
tegendraads → widerspenstig, störrisch, gegen den Strich
onderduims → still und leise, (klamm)heimlich (in B)
vlijmscherp → messerscharf
de engelenbak → die Galerie
op de korrel nemen → aufs Korn nehmen
zwieren → schwingen
de hersenpan → die Gehirnschale
wroeten → wühlen
nekvelpakkend → beim Genick nehmend
snood → schnöde, ruchlos25.05.2025 | read article
beschouwen → betrachten
nauwelijks → kaum
in ballingschap → im Exil
vertonen → zeigen
de aanlegsteiger → der Landungssteg
het voor het zeggen hebben → das Sagen haben
plaatsvervangend → stellvertretend
zich laten inspinnen → sich umgarnen lassen, sich beschummeln lassen
de lucifer → das Streichholz
lui → faul
op zijn hand hebben → auf seiner Seite haben
het stenen tijdperk → die Steinzeit
remmen → bremsen
eventjes → mal kurz
sussen → beschwichtigen
de volksraadpleging → die Volksabstimmung
iemand buitenspel zetten → jemanden ins Abseits drängen
de overhand hebben → die Oberhand haben
voorkómen → verhindern
ontginnen → abbauen, ausbeuten
agenderen → auf die Tagesordnung setzen
iets voor het voetlicht brengen → etwas an / vor die Öffentlichkeit bringen
de kreet → der Schrei
de kijker → der Zuschauer
in het geheugen gegrift → in das Gedächtnis eingegraben19.05.2025 | read article
tegenkomen → begegnen
ingewikkeld → kompliziert
wringen → drücken
het venijn → das Gift
belemmeren → behindern, hemmen
het ongemak → das Unbehagen
het schuurt → es tut weh18.05.2025 | read article
de migrant → der Zuwanderer, die Zuwanderin
aanschouwen → betrachten
het gezin → die Familie
de schelp → die Muschel
hoornachtig → hornartig
ogen → aussehen
de wokkel → spiralförmiges Knabbergebäck
de wijkbewoner → der Stadtteilbewohner
de knipoog → das Augenzwinkern
achter de schermen → hinter den Kulissen
de lasser → der Schweißer
de elektricien → der Elektriker15.05.2025 | read article
fel → scharf
op blote voeten → barfuß
vervelen → langweilen
hertalen → neu ausdrücken
scheep gaan → sich einschiffen
Indiaas → indisch
onuitwisbaar → unauslöschlich
de zuigeling → der Säugling
huiveren → schaudern
losscheuren → losreißen
teder → zärtlich
rondscharrelen → herumlaufen
rotten → faulen, verfaulen
bol staan van iets → von etwas wimmeln
de zwelling → die Schwellung
iemand geen blik waardig keuren → jemanden keines Blickes würdigen
etteren → eitern
tevens → auch
iets erop na houden → sich etwas halten
bedelven → begraben, verschütten
de broekspijp → das Hosenbein
wegschoppen → wegtreten, mit dem Fuß wegstoßen
ontredderd → aufgelöst, erschüttert
losbandig → zügellos
de wellusteling → der Lustmolch
de predikant → der Pfarrer, Pastor (protestantisch)
stuitend → abstoßend
de huichelaar → der Heuchler
de zendeling → der Missionar (protestantisch)
de dweperij → der Fanatismus
de bekeerling → der Konvertit
zich vetmesten → sich gesundmachen/gesundstoßen
cruciaal → ausschlaggebend, entscheidend
geslaagd → gelungen
2025-07
2025-06
2025-05
[ Show complete list (very long) ]