Mooi meegenomen!
Dutch-German translations based on recent articles from the Dutch speaking news.
All translations are part of our online dictionary as well.
NEW: We have opened an account on Quizlet that will help you to learn the vocabulary presented here.
12.07.2024 | read article
Ambassadeur Van Lierop: ‘Brussel is een goed podium om Suriname te presenteren’
recentelijk | → | vor kurzem, kürzlich | |
de zorgsector | → | das Gesundheitswesen | |
toepassen | → | anwenden | |
de behoefteanalyse | → | die Bedarfsanalyse | |
opzetten | → | organisieren, gründen | |
de oplichting | → | der Betrug | |
aanzienlijk | → | beträchtlich | |
vooruitgang boeken | → | Fortschritte erzielen | |
de uitwisseling | → | der Austausch | |
doneren | → | schenken, spenden | |
alles op alles zetten | → | alles dran setzen | |
bemoeilijken | → | erschweren | |
iets intrekken | → | etwas zurücknehmen | |
de wanhoop | → | die Verzweiflung | |
groots | → | in großem Stil | |
Wi Makandra (wij samen) | → | wir zusammen | (in SR) |
Keti Koti (gebroken ketens) | → | Feiertag zum Gedenken der Abschaffung der Sklaverei (1863) |
Archive of articles
12.07.2024 | read article
oplopen → ansteigen, zunehmen
aangrijpen → ergreifen, erschüttern, mitnehmen
iemand gijzelen → jemanden als Geisel nehmen
slijten → verbringen, fristen
zijn beloop krijgen → seinen Lauf nehmen
vergen → erfordern
de Militaire Willems-Orde → https://de.wikipedia.org/wiki/Milit%C3%A4r-Wilhelms-Orden12.07.2024 | read article
waarschuwen → warnen
onthutsend → bestürzend
de overweg → der Bahnübergang
oversteken → überqueren
op een haar na → um ein Haar
meesleuren → mitschleifen
het spoor → das Gleis
toesnellen → angerast kommen
het voorwiel → das Vorderrad
wegslingeren → wegschleudern
de slagboom → die Bahnschranke
Infrabel → https://de.wikipedia.org/wiki/Infrabel10.07.2024 | read article
knisperen → knistern
de laars → der Stiefel
dempen → dämpfen
de aandoening → die Krankheit, das Leiden
overgevoelig → überempfindlich
woest → rasend, wütend
kuchen → sich räuspern
smakken → schmatzen
slurpen → schlürfen
snuffen → schnüffeln
snuiten → schneuzen, sich die Nase putzen
het toetsenbord → die Tastatur
de hakken → die Absätze
wiebelen → wippen08.07.2024 | read article
rond zijn → fertig sein
de fietsbrug → die Fahrradbrücke
op zijn vroegst → frühestens
de veerpont → die Fähre
oversteken → überqueren
NSDM-werf → https://nl.wikipedia.org/wiki/NDSM_terrein07.07.2024 | read article
Vlaams Belang → eine rechte flämisch-nationalistische Partei
de medeoprichter → der Mitbegründer
erkennen → anerkennen
de drmepel → die Schwelle04.07.2024 | read article
ABOP (Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij) → politische Partei in Suriname
het leiderschap → die Führerschaft
jaloers → neidisch, eifersüchtig
de durf → der Mut, die Courage
oppakken → aufnehmen03.07.2024 | read article
de motie van wantrouwen → der Misstrauensantrag
verwijten → vorwerfen
naargeestig → unheimlich, düster
tot op het bot verdeeld → bis aufs Blut zerstritten, völlig uneinig
de zondebok → der Sündenbock
de omvolking → die Umvolkung
het betoog → die Argumentation, die Darlegung, die Erörterung
dralen → zaudern, zögern
de verwaarlozing → die Vernachlässigung
het natuurherstel → die Wiederherstellung von Natur
beperken → einschränken03.07.2024 | read article
de bijnaam → der Spitzname
maar liefst → wohlgemerkt
op schot zijn → gut schießen
het ontzag → der Respekt
vurig → feurig
de strijdlust → der Kampfgeist
het voorkomen → das Aussehen
het sikje → der Spitzbart
rossig → rötlich
gehakt van iemand maken → aus jemandem Hackfleisch machen
koperen → kupfern
heus → wahrhaftig
de bokaal → der Pokal
schamper → abfällig, geringschätzig02.07.2024 | read article
beëdigen → vereidigen
het bordes → das Treppenpodest
de bewindslieden → die Amtspersonen, die Minister
overhandigen → übergeben, überreichen
het Torentje → das Arbeitszimmer des niederländischen Premierministers im Binnenhof in Den Haag01.07.2024 | read article
gemankeerd → gescheitert
rechtvaardig → gerecht
het lidteken → die Narbe
de mijlpaal → der Meilenstein
de bubbel → die Blase
benauwd → eng
wijdvertakt → weitverzweigt
intrekken → zurücknehmen, zurückziehen
het gedram → das Gequengel
op zijn zachtst gezegd → gelinde gesagt
de tegenstelling → der Gegensatz
de achterdocht → der Argwohn
Keti Koti (gebroken ketens) → Feiertag zum Gedenken der Abschaffung der Sklaverei (1863)28.06.2024 | read article
aannemelijk → glaubwürdig
uit lijfsbehoud → aus Selbsterhaltungstrieb
verband houden met iets → im Zusammenhang mit etwas stehen
de vluchtpoging → der Fluchtversuch
verdrietig → traurig26.06.2024 | read article
rijpen → reifen
optakelen → hochziehen, hochhieven
zilt → salzig
de veroudering → die Alterung
de deining → der Wellengang
de gist → die Gärung
de gelaagdheid → die Vielschichtigkeit
gemoeid zijn met iets → gehen um etwas
het krat → der Kasten
de oester → die Auster25.06.2024 | read article
verwerven → erwerben
alsook → sowie, wie auch
wellicht → wahrscheinlich (in B)
de onderstreping → die Unterstreichung
tot uiting komen → zum Ausdruck kommen
tastbare bewijzen → greifbare Beweise23.06.2024 | read article
beschikbaar stellen → zur Verfügung stellen
de bereiding → die Zubereitung
stilstaan bij iets → an etwas denken
uitdelen → verteilen
de keuken → die Küche
Kaapverdiaans → kapverdisch
de verbroedering → die Verbrüderung
Heri Heri → https://www.kochwiki.org/wiki/Heri_heri22.06.2024 | read article
tentoonstellen → ausstellen
de ton → hunderttausend Euro (in NL)
de tint → der Farbton
de turfschuit → das Torfschiff22.06.2024 | read article
het getuigschrift → das Zeugnis
kersvers → frischgebacken
afstuderen → das Studium absolvieren / abschließen
de voldoening → die Befriedigung, Genugtuung
het praatje → die Plauderei
de kwaal → die Krankheit
allerhand → allerlei
breien → stricken
het huwelijk → die Ehe
het tentamen → die Prüfung (in NL)
de taalvaardigheid → die Sprachfertigkeit
opgroeien → aufwachsen21.06.2024 | read article
beeldend kunstenaar → bildender Künstler
ten diepste → zutiefst
smerig → schmutzig
het effectbejag → die Effekthascherei
de agent → der Polizist
afkeuren → missbilligen, verwerfen, verurteilen
onverbiddelijk → unerbittlich
de gemakzucht → die Bequemlichkeit
de boel → das Ganze
iets in de verf zetten → etwas (schön / gut) präsentieren
de nozem → der Halbstarke (60. Jahre)
tevergeefs → vergebens
floppen → ein Misserfolg werden
in besloten kring → in geschlossener Gesellschaft20.06.2024 | read article
Keti Koti (gebroken ketens) → Feiertag zum Gedenken der Abschaffung der Sklaverei (1863)
op de hoogte zijn → im Bilde sein / Bescheid wissen
het kwart → das Viertel
de steekproef → die Stichprobe
het gebrek → der Mangel
beperkt → begrenzt, eingeschränkt, beschränkt
de kant → die Seite
ontbreken → fehlen
de uitleg → die Erklärung19.06.2024 | read article
de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) → die Nato
Roemeens → rumänisch
Hongarije → Ungarn
de secretaris-generaal → der Generalsekretär
rond zijn → fertig sein
het bondgenootschap → das Bündnis
in ruil voor → im Tausch für
dwarsliggen → sich querlegen, querschießen
te pas komen aan iets → erforderlich sein
iemand op de knieën krijgen → jemanden in die Knie zwingen
verkeerd vallen → schlecht ankommen
grappen → scherzen
genoegen nemen met iets → sich mit einer Sache begnügen
de belofte → das Versprechen
pijn doen → schmerzen
Slowaaks → slowakisch
het stokje overnemen → den Stab übernehmen
de herverkiezing → die Wiederwahl
de uitdaging → die Herausforderung19.06.2024 | read article
het regent pijpenstelen → es regnet Bindfäden
neerkletteren → niederprasseln
de contreien → die Gegend
zich behelpen → sich behelfen
slaan op iets → verweisen auf etwas, sich beziehen auf etwas
de bui → der Schauer, der Regenguss
langgerekt → lang gestreckt
de gouwenaar → lange Tonpfeife
schoffelen → mit der Stoßhacke arbeiten, schuffeln
omspitten → umgraben
een pijpje stoppen → sich eine Pfeife stopfen13.06.2024 | read article
de kei → der Findling
de jonkheer → der Junker (Adelstitel)
de slee → der Schlitten
de weddenschap → die Wette
de tegenslag → der Rückschlag
nadien → danach
de stedeling → der Städter
doodgewoon → stinknormal
zich voor iemands karretje laten spannen → sich vor jemands Karren spannen lassen
de dommerik → der Dummkopf
het riool → die Abwasserleitung
oudheidkundig → archäologisch
de geuzennaam → mit Stolz getragener Zuname
de omtrek → der Umfang10.06.2024 | read article
de krabbel → die Notiz
het stembureau → das Wahllokal
de zakdoek → das Taschentuch
de voorkeur → die Präferenz
het geheugensteuntje → die Gedächtnisstütze
de lijsttrekker → der Spitzenkandidat, die Spitzenkandidatin
het spiekbriefje → der Spickzettel
het stemhokje → die Wahlkabine
achterhalen → ermitteln, herausfinden
liëren → sich liieren
de voorkeurstem → die Wählerstimme, die nicht dem Spitzenkandidaten gegeben wird09.06.2024 | read article
D66 (Democraten 66) → niederländische linksliberale Partei
beschermen → beschützen
de optiek → die Sicht
pittig → scharf
op iets doelen → auf etwas zielen, sich auf etwas beziehen09.06.2024 | read article
aanmoedigen → ermutigen
iemand een hart onder de riem steken → jemandem Mut machen
de peilingen → die Umfragen
op voorhand → im Voraus
uiteindelijk → letztendlich
vloeibaar → flüssig
de voorman → der Anführer
op de been zijn → auf den Beinen sein
iets in goede banen leiden → etwas in die richtige Richtung lenken09.06.2024 | read article
slinken → abnehmen
de naturist → der Anhänger von Freikörperkultur
afkerig staan → eine Abneigung empfinden
de drempel → die Schwelle
in het bijzijn van → im Beisein, in Gegenwart von
Keulen → Köln
er de brui aan geven → den ganzen Kram hinschmeißen
iets nieuw leven inblazen → etwas neu beleben06.06.2024 | read article
gidsen → führen
nochtans → allerdings, dennoch
Indiaas → Indisch
de converso → https://de.wikipedia.org/wiki/Marranen
geboren en getogen → geboren und aufgewachsen
de slijperij → die Schleiferei
de tol → die Maut
verwaarlozen → vernachlässigen
uitgeput → erschöpft
stilaan → allmählich, langsam
een klus klaren → eine Arbeit erledigen
de mand → der Korb
de belasting ontlopen → die Steuer vermeiden
tanen → verblassen
letterlijk en figuurlijk → im wahrsten Sinne des Wortes
Ottomaans → osmanisch
onderdak bieden → eine Bleibe bieten
Namibië → Namibia
aanzwengelen → etwas ins Rollen / in Gang bringen
de inwijkeling → der Zugezogene
onbetrouwbaar → unzuverlässig
ontegensprekelijk → unbestreitbar
het spoor → die Bahn
de beurs → die Börse
de diamantair → der Diamantenhändler
herstellen → sich erholen
somptueus → prunkvoll, aufwendig
zich de ogen uitkijken → sich nicht sattsehen können
de hoogtijdagen → die Blütezeit
zich in de kijker plaatsen → auf sich aufmerksam machen
fortuinlijk → glücklich
herrijzen → wieder erstehen
de inschikkelijkheid → die Gefügigkeit
over en weer → hin und her
in weerwil van → ungeachtet06.06.2024 | read article
de hoofdletter → der Großbuchstabe
aardrijkskundig → geografisch
Wet openbaarheid van bestuur → Informationsfreiheitsgesetz
het twijfelgeval → der Zweifelsfall
de zzp‘er (zelfstandige zonder personeel) → der Einzelunternehmer (in NL)
kmu (midden- en kleinbedrijf) → klein- und mittelständische Unternehmen
toepasbaar → anwendbar
een nieuwsgierig aagje → eine Schnüffelnase
de dubbele punt → der Doppelpunkt
de puntkomma → das Semikolon06.06.2024 | read article
een kaars uitblazen → eine Kerze ausblasen
onwel → unwohl, unpässlich
het goed stellen → gut gehen
de genodigden → die Eingeladenen
Luik → Lüttich
troonsafstand doen → abdanken04.06.2024 | read article
het weiland → die Weide
wegspoelen → fortspülen
verzuipen → ersaufen, ertrinken
verrotten → verfaulen, verrotten
het erbij laten zitten → es dabei belassen03.06.2024 | read article
spotten → entdecken, wahrnehmen
het everzwijn → das Wildschwein
een vaste stek hebben → einen festen Platz haben
de ronde doen → die Runde machen
op zijn / haar dooie gemak → ganz gemächlich, in aller Gemütsruhe
de graszoden → die Rasenstücke
omwoelen → umwühlen, zerwühlen
de contreien → die Gegend
het gezond verstand → der gesunde Menschenverstand
verdoven → betäuben
de kooi → der Käfig
het agentschap → die Agentur
de leiband → die Leine
met rust laten → in Ruhe lassen03.06.2024 | read article
de schaterlach → das schallende Gelächter
de NDP (Nationale Democratische Partij) → politische Partei in Suriname (gegründet von Desi Bouterse)
kolderiek → albern
preuts → prüde
gokken → spekulieren
in zijn broek doen → sich in die Hose machen
de Abop (Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij) → politische Partei in Suriname03.06.2024 | read article
de vertaler → der Übersetzer
opnieuw → erneut
uitgesproken → explizit
gangbaar → gängig
de dichtbundel → der Gedichtband, die Gedichtsammlung
veelvuldig → häufig, vielfach
de dijkverzwaring → die Deichverstärkung
de teloorgang → der Untergang
het gebrek → der Mangel30.05.2024 | read article
de veiling → die Auktion, Versteigerung
de aanwinst → die Erwerbung, der Erwerb
de dronkenschap → die Trunkenheit
neertellen → bezahlen, hinblättern
de lacune → die Lücke
voltooien → vollenden, abschließen
het kantelpunt → ± der Wendepunkt
de schepen → der / die Beigeordnete (in B)
de geestelijken → der Geistliche
uitdoen → ausziehen29.05.2024 | read article
aangifte doen → Anzeige erstatten
de leus → die Parole, Losung
scanderen → skandieren
de betoging → die Demonstration
op iets doelen → auf etwas zielen, sich auf etwas beziehen
het tentenkamp → das Zeltlager
Palestijns → palästinensisch
gedogen → dulden28.05.2024 | read article
de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) → die niederländische Staatsschutzbehörde
ertoe doen → wichtig sein
polsen → sondieren, vorfühlen
het zomerreces → die Sommerpause
beoogd → in spe, künftig
2024-07
2024-06
2024-05
[ Show complete list (very long) ]