Mooi meegenomen!
Dutch-German translations based on recent articles from the Dutch speaking news.
All translations are part of our online dictionary as well.
NEW: We have opened an account on Quizlet that will help you to learn the vocabulary presented here.
04.09.2025 | read article
COLUMN: Vele Tula’s
| de shon | → | der Sklavenhalter (Papiaments) | |
| vereisen | → | erfordern | |
| droppen | → | abwerfen | |
| aarzelen | → | zögern | |
| met grote tegenzin | → | sehr ungern | |
| de zweep | → | die Peitsche | |
| fout zitten | → | Unrecht haben | |
| gehaat | → | verhasst | |
| verzachten | → | mildern | |
| klinken | → | klingen, sich anhören | |
| puntgaaf | → | tadellos, einwandfrei | |
| de omheining | → | der Zaun, die Einzäunung | |
| op straffe des doods | → | bei Todesstrafe | |
| ruimschoots | → | reichlich |
Archive of articles
04.09.2025 | read article
de studiebeurs → das Stipendium
de duur → die Dauer
de opleiding → die Ausbildung
net als → genauso wie
de voogdij → die Vormundschaft
vanzelfsprekend → selbstverständlich03.09.2025 | read article
beheren → verwalten
het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger) → die Königliche Niederländisch-Indische Armee
huisvesten → unterbringen
onderdak vinden → unterkommen
beschikken → verfügen
de ontruiming → die Räumung
de poging → der Versuch
omsingelen → einschließen
de Mobiele Eenheid (ME) → die Bereitschaftspolizei (Einheit der niederländischen Polizei)
slopen → abreißen
de populier → die Pappel
de es → die Esche
tastbaar → greifbar
koesteren → hegen und pflegen01.09.2025 | read article
de intimidatie → die Einschüchterung
afdoen → ablegen
de keppel → die Kippa
buitengesloten → ausgeschlossen
buitengewoon → außergewöhnlich
zorgwekkend → besorgniserregend
lastigvallen → belästigen
uitschelden → beschimpfen
beperken → einschränken
de dupe zijn → das Opfer sein
bekladden → beschmieren
de rabbijn → der Rabbiner
blokken → (für eine Prüfung) pauken31.08.2025 | read article
de verschuiving → die Verschiebung
des te → umso
het begrip → das Verständnis
de toewijding → die Hingabe
uitmuntend → hervorragend, exzellent
de aanpak → die Herangehensweise
het cultuurbeleid → die Kulturpolitik
de actor → der Akteur
ter bevordering → zur Förderung
de aandacht vestigen op iets/iemand → die Aufmerksamkeit auf etwas/jemanden richten
wederzijds → gegenseitig30.08.2025 | read article
oprollen → verhaften
opslaan → lagern, aufbewahren
een zware slag toebrengen → einen schweren Schlag versetzen
op heterdaad betrappen → auf frischer Tat ertappen
op de uitkijk staan → Schmiere stehen
op zak hebben → dabeihaben
zenuwachtig → nervös
uitspuwen → ausspucken28.08.2025 | read article
trots → stolz
volstrekt → völlig
wrang → bitter, herb, schmerzlich
pleiten → plädieren
schrappen → streichen
de ruimte → der Platz, Raum
gezamenlijk → gemeinsam
bepalen → bestimmen27.08.2025 | read article
de herbouw → der Wiederaufbau
de breuk → der Bruch
uitdagend → herausfordernd
beschouwen → betrachten
de herwaardering → die Neubewertung
spraakmakend → Aufsehen erregend
voorbijstreven → überholen
de overgevoeligheid → die Überempfindlichkeit
de benadering → die Annäherung
de stelligheid → die Bestimmtheit, Entschiedenheit
klungelig → stümperhaft
zoiets spreekt boekdelen → so etwas spricht Bände
het toonbeeld → das Musterbeispiel
de kentering → die Wende, der Umschwung
het beleid → die Politik
sprookjesachtig → märchenhaft
de sloop → der Abriss
gehaat → verhasst
het puin → der Schutt, die Trümmer
de horeca (hotel-restaurant-café) → das Gaststättengewerbe
opperen → vorschlagen, äußern, vorbringen
dwars → quer
tegen de vlakte gaan → dem Erdboden gleichgemacht werden
ingehaald worden → überholt werden
ingehouden → verhalten
krampachtig → krampfhaft, verkrampft23.08.2025 | read article
naar aanleiding van (n.a.v.) → anlässlich
alles op alles zetten → alles dran setzen
op korte termijn → in Kürze
de afstelling → die Einstellung
dimmen → abblenden
snoeien → stutzen, zurückschneiden
de verkrachting → die Vergewaltigung
de ouder → das Elternteil
de nachtmerrie → der Albtraum
bewaarheid worden → sich bewahrheiten/bestätigen
het zat zijn → es satt haben, die Nase voll haben20.08.2025 | read article
afkomstig → stammend
de lage horizon → der niedrige Horizont
de schaduw → der Schatten
de lucht → der Himmel
de hoogwerker → der Hubsteiger
afwerken → fertigstellen, vollenden
het bladgoud → das Blattgold20.08.2025 | read article
afleiden → ablenken
de onbeduidendheid → die Bedeutungslosigkeit
schuilgaan (achter) → sich verbergen / verstecken (hinter)
de aandacht trekken → die Aufmerksamkeit auf sich ziehen
zich misdragen → sich schlecht benehmen
de herrie → der Lärm, Krach
oorverdovend → ohrenbetäubend15.08.2025 | read article
de flaporen → die Segelohren
de stadswijk → das Stadtviertel
herkennen → wiedererkennen
het prikkeldraad → der Stacheldraht
de vrachtwagen → der Lastwagen
iets voor de geest halen → sich etwas vergegenwärtigen
snikheet → knallheiß
betrappen → erwischen
in de weer zijn → beschäftigt sein
het vergrijp → das Vergehen
de afranseling → die Tracht Prügel
op … na → außer ..., bis auf ...
blijken (te zijn) → sich herausstellen (als)13.08.2025 | read article
geworteld → verwurzelt
hervormd → reformiert, evangelisch-reformiert
de vacature → die freie Stelle
in goede aarde vallen → auf fruchtbaren Boden fallen, auf Beifall stoßen
voorsorteren op iets → sich auf etwas einstellen
het voedsel → die Nahrung
beloven → versprechen
een stuk of wat → ein paar
in duigen vallen → in die Brüche gehen, sich zerschlagen
rampzalig → katastrophal
één voor één → einer nach dem anderen
ontginnen → urbar machen, kultivieren
alsnog → doch noch
boeren → die Landwirtschaft betreiben
de eeuw → das Jahrhundert
verkavelen → parzellieren
geen windeieren leggen → zum Vorteil gereichen
de tegenslag → der Rückschlag, der Misserfolg08.08.2025 | read article
het meldpunt → die Beschwerdestelle
nors → unfreundlich, mürrisch
gerimpeld → faltig, runz(e)lig
de Tweede Kamerverkiezingen → die Parlamentswahl (in den NL)
kwetsend → verletzend
de verwijdering → die Entfernung, Beseitigung
het Openbaar Ministerie → die Staatsanwaltschaft
aangifte doen → Anzeige erstatten
afkeuren → verurteilen
haaks staan op iets → mit einer Sache nicht vereinbar sein, im Widerspruch zu einer Sache stehen
nastreven → anstreben
de kloof → die Kluft, der Abstand
geraakt → getroffen, gekränkt
fier → stolz07.08.2025 | read article
bot vangen → abblitzen
de vlaai → ± der Obstkuchen
dagvers → täglich frisch
bezwaar aantekenen tegen iets → Einspruch gegen etwas erheben
voldoen aan iets → etwas entsprechen
oprekken → ausweiten
de verspilling → die Verschwendung
voorkómen → verhindern
het keurmerk → das Gütezeichen
de namaak → die Nachahmung, die Imitation
ongegrond → unbegründet
in beroep gaan → Berufung einlegen06.08.2025 | read article
de boodschappentas → die Einkaufstasche
de zolder → der Dachboden
optrommelen → zusammentrommeln
zijn slag slaan → die Chance nutzen
onhandig → ungeschickt
besmeuren → beschmutzen
misgaan → schiefgehen, danebengehen
de laadbak → der Transportbehälter
met een rotgang → mit Karacho
eraan gaan → kaputtgehen
het zuivelproduct → das Mölkereiprodukt06.08.2025 | read article
kleuren → (sich) färben
tijdelijk → vorübergehend
de kortsluiting → der Kurzschluss
de verlichting → die Beleuchtung
de aannemer → die Baufirma
een klus → viel Arbeit
de boosdoener → der Übeltäter
het vocht → die Feuchtigkeit
verhelpen → beheben
belofte maakt schuld → Versprechen muss man halten
klokslag 12.00 uur → Punkt/Schlag zwölf (Uhr)
Keti Koti (gebroken ketens) → Feiertag zum Gedenken der Abschaffung der Sklaverei (1863)
paars → lila
de Bevrijdingsdag → der Tag der Befreiung (5. Mai) in den Niederlanden03.08.2025 | read article
struikelen → stolpern
de uitdaging → die Herausforderung
hilarisch → komisch, witzig
verwateren → ± sich lockern, verwässern
het huwelijk → die Hochzeit, die Trauung
na afloop → nach dem Ende
de saamhorigheid → die Zusammengehörigkeit
de nazaten → die Nachkommen, Nachfahren
pleiten voor iets → für etwas plädieren / eintreten03.08.2025 | read article
juichen → jauchzen, jubeln
tot de verbeelding spreken → die Fantasie anregen / beflügeln
wapperen → flattern
de dominee → der Pfarrer, Pastor (protestantisch)
het bij het rechte eind hebben → Recht haben
lukken → gelingen
ronden → umrunden
muurvast → völlig fest
barre omstandigheden → bitterböse Umstände
overwinteren → überwintern
de sloep → das Beiboot
de binnenvaart → die Binnenschifffahrt
de overtocht → die Überfahrt29.07.2025 | read article
het ijshoorntje → die Eistüte
het bolletje → die Kugel
meezitten → Glück haben
de wafel → die Waffel
het kraampje → die Bude, der Stand
de lekkernij → der Leckerbissen, die Delikatesse
goede zaken doen → gute Geschäfte machen
het kommetje → die Schale
glazen → gläsern
door het materiaal heen zijn → das Material aufgebraucht haben
te hulp schieten → zu Hilfe kommen
likken → schlecken, lecken
afnemen → abwischen28.07.2025 | read article
zot → verrückt, irre
Tomorrowland → https://de.wikipedia.org/wiki/Tomorrowland28.07.2025 | read article
de NS (Nederlandse Spoorwegen) → die Bahn
de wapenstok → der Gummiknüppel
terechtkomen → landen
de boa (buitengewoon opsporingsambtenaar) → der Ordnungshüter, die Ordnungshüterin
de bodycam → die Körperkamera
de handboeien → die Handschellen
een brug te ver → (vorläufig) noch einen Schritt zu weit, fürs Erste noch nicht realisierbar
vrezen → befürchten
de aanhouding → die Festnahme
het openbaar vervoer → die öffentlichen Verkehrsmittel
het takenpakket → das Aufgabenpaket
vaart zetten achter een zaak → Druck hinter eine Sache machen
het uitsluitsel → der Aufschluss, die Auskunft23.07.2025 | read article
mogen → dürfen
falen → versagen, scheitern
de Raad van State → der niederländische Staatsrat
terugkomen op iets → etwas rückgängig machen
een rechtszaak aanspannen → Klage einreichen
de verblijfsvergunning → die Aufenthaltsgenehmigung
de bestuursrechter → der Verwaltungsrichter
het tekort → der Mangel
de rechtsbescherming → der Rechtsschutz
in iemands levensbehoeften voorzien → für jemands Lebensunterhalt sorgen
de onverschilligheid → die Gleichgültigkeit
er komt niets van terecht → daraus, aus der Sache wird nichts
de tekortkoming → die Mängel (Plural), die Unzulänglichkeit
iets naleven → etwas befolgen / beachten
de dwangsom → das Zwangsgeld
aan iets afbreuk doen → einer Sache abträglich sein23.07.2025 | read article
de grafzerk → der Grabstein
ontslapen → verscheiden
onbetwist → unumstritten, unangefochten
koddig → drollig
tranen met tuiten huilen → dicke Tränen weinen
de predikant → der Pfarrer, Pastor (protestantisch)
zich iets aanmeten → sich etwas anmaßen
de klei → der Lehm, Ton
rechtvaardig → gerecht
uitpuilen → überquellen
vlotjes → flott, flottweg
de smid → der Schmied
de bliksem → der Blitz
zich aanmeten → sich anmaßen
inkomen → verstehen
verloochenen → leugnen23.07.2025 | read article
vlak voor → kurz bevor
de belegger → der Anleger, der Investor
zich de pineut voelen → sich angeschmiert fühlen
smoezen → tuscheln
ten koste van → auf Kosten
bij voorbaat → von vornherein, im Voraus
verdacht → verdächtig
althans → zumindest
d.w.z. (dat wil zeggen) → das heißt (d.h.), das bedeutet
de kwartaalcijfers → die Quartalsbilanz
inzage verstrekken → Einsicht gewähren
het reilen en zeilen → der Handel und Wandel18.07.2025 | read article
de subsidieregeling → das Förderprogramm
laagdrempelig → niedrigschwellig, unbürokratisch
beschikbaar stellen → zur Verfügung stellen
het overheidsbeleid → die Regierungspolitik
evenredig → entsprechend, proportional
een keuze maken → eine Wahl treffen
duurzaam → dauerhaft
pas → erst
2025-09
2025-08
2025-07
[ Show complete list (very long) ]