Mooi meegenomen!
Dutch-German translations based on recent articles from the Dutch speaking news.
All translations are part of our online dictionary as well.
NEW: We have opened an account on Quizlet that will help you to learn the vocabulary presented here.
15.11.2024 | read article
Ook Inheemsen en Afro-Surinamers komen in verzoeningsproces bij elkaar
de inheemsen | → | die autochthone Bevölkerung | |
de vertegenwoordiger | → | der Vertreter | |
de verzoening | → | die Versöhnung | |
het lo | → | eine Verwantschaftsgruppe in weiblicher Linie von ehemalig Versklavten | (in SR) |
de nazaten | → | die Nachkommen, Nachfahren | |
verwelkomen | → | willkommen heißen | |
de stuurgroep | → | der Lenkungsausschuss | |
de doelgroep | → | die Zielgruppe | |
de verdeeldheid | → | die Uneinigkeit, Zerissenheit, Spaltung | |
de achterstand | → | der Rückstand | |
de spijtbetuiging | → | die Bekundung des Bedauerns | |
teneinde | → | um ... zu, damit | |
de belangen behartigen | → | die Interessen vertreten | |
de taak | → | die Aufgabe | |
uiteenlopend | → | unterschiedlich | |
de voorspoed | → | das Gedeihen, das Glück | |
de welvaart | → | der Wohlstand | |
het welzijn | → | das Gemeinwohl, das Wohlergehen |
Archive of articles
15.11.2024 | read article
afstuderen → das Studium absolvieren / abschließen
presteren → leisten
furore maken → Furore machen
de schaatser → der Schlittschuhläufer
de samenleving → die Gesellschaft
erachter komen → etwas herausbekommen
bevestigen → bestätigen
het zaadje → der Samen
de zwabbervoet → die Störung der Fußmotorik bei Eisschnellläufern
de aandoening → die Krankheit, das Leiden
de musici → die Musiker15.11.2024 | read article
de boa (buitengewoon opsporingsambtenaar) → der Ordnungshüter
de hoofddoek → das Kopftuch
het keppeltje → die Kipa
de handhaver → der Ordnungshüter
toestaan → erlauben
de Algemene Maatregel van Bestuur → ± das Durchführungsgesetz
in werking treden → in Kraft treten
de toevoeging → die Hinzufügung
zich hard maken voor iets → sich einsetzen für etwas
onpartijdig → unparteiisch, unparteilich15.11.2024 | read article
de hoornaar → die Hornisse
verwijderen → entfernen
naar schatting → schätzungsweise
spuiten → spritzen
immers → ja, jedenfalls
de bij → die Biene
de contreien → die Gegend
optellen → zusammenzählen
kweken → züchten
wellicht → wahrscheinlich (in B)15.11.2024 | read article
omhelzen → umarmen
wier → deren
opvangen → auffangen, sich kümmern um
de huishoudster → die Haushälterin
Indische duinen → https://www.deutschlandfunk.de/indische-duenen-100.html13.11.2024 | read article
epateren → verblüffen, in sprachloses Staunen versetzen
overdonderen → verblüffen, verdutzen, den Atem verschlagen
verbluffen → überraschen
verbazen → erstaunen
verstomd staan → sprachlos dastehen/sein, keine Worte (mehr) finden
bekrompen → engstirnig
opzettelijk → absichtlich13.11.2024 | read article
de vernislaag → die Firnisschicht
het vooronderzoek → die Voruntersuchung
het wattenstaafje → das Wattestäbchen
het oplosmiddel → das Lösungsmittel
opknappen → restaurieren
de vertraging → die Verzögerung
het vocht → die Feuchtigkeit
loodhoudend → bleihaltig
de buitenmuur → die Außenwand13.11.2024 | read article
nauw verweven → eng verwoben, eng miteinander verknüpft
de drank → der Alkohol
de erfenis → das Erbe
stilstaan bij iets → auf etwas eingehen, sich mit etwas beschäftigen
het vakmanschap → das fachmännische Können
overzees → Übersee-, überseeisch
blootleggen → offenlegen, aufdecken
de inkomstbron → die Einnahmequelle
de stokerij → Brennerei
na verloop van tijd → nach einiger Zeit
de proeverij → die Verkostung08.11.2024 | read article
de supporter → der Fan, Anhänger
de betoger → der Demonstrant, die Demonstrantin
de hinderlaag → der Hinterhalt
het opstootje → der Krawall
in de aanloop (naar) → im Vorfeld
oppakken → verhaften
slaags raken → handgreiflich werden, es kommt zu einem Handgemenge
voorts → ferner
in kaart brengen → sich eine Übersicht verschaffen
de uitbarsting → der Ausbruch
alle grenzen te buiten gaan → jedes Maß übersteigen
de Rode Duivels → die belgische Fußball-Nationalmannschaft
gepaard gaan met iets → einhergehen mit etwas
amper → gerade mal, kaum07.11.2024 | read article
zich vestigen → sich niederlassen
tal van ... → zahlreiche ...
dwalen → (umher)streifen, wandern
het koppeltje → das Pärchen
woelig → unruhig
onheilspellend → bedrohlich, unheimlich
kolken → schäumen, toben
overspannen → überreizt
de borstelstreep → der Pinselstrich
verbluft → verblüfft, verdutzt
capteren → empfangen
worstelen (met) → ringen / kämpfen / sich schwertun (mit)
zieltogend → dahinsiechend05.11.2024 | read article
de Bourgondiërs → https://www.chbeck.de/van-loo-burgund/product/30142413
zich opwerpen → sich aufwerfen, sich aufspielen
tot de verbeelding spreken → die Fantasie anregen / beflügeln
onderhoudend → unterhaltsam, kurzweilig
begaan zijn met iets → betroffen sein von etwas
steevast → immer
het journaal → die Fernsehnachrichten
steengoed → famos, spitze
verstillen → verstummen
een versnelling hoger schakelen → einen höheren Gang einlegen
de accolade → die Akkolade, die Umarmung
onuitputtelijk → unerschöpflich
vijzen → schrauben
de stoute schoenen aantrekken → sich ein Herz fassen
versmaden → verachten
Stoute schoenen → https://www.debezigebij.nl/boek/stoute-schoenen/?srsltid=AfmBOopV5mozNz4Pzp3-yZcWiX9TxtbM3QzkYH_nd5MLrOsFvNQS34pC01.11.2024 | read article
de zolder → der Dachboden
de vuilnisbelt → der Müllabladeplatz
de dagjesmensen → die Tagesausflügler
de vlooienmarkt → der Flohmarkt
van oudsher → von alters her, von jeher
Joods → jüdisch
de potten en pannen → das Kochgeschirr
tweedehands → aus zweiter Hand, Gebraucht-
een gekkigheid → etwas Komisches01.11.2024 | read article
de zeefdruk → der Siebdruck
bevestigen → bestätigen
opslaan → lagern, aufbewahren
het pand → das Gebäude
slagen in iets → mit etwas Erfolg haben, etwas schaffen
knullig → stümperhaft, unbeholfen
afrukken → abreißen
de lijst → der Rahmen
de ravage → die Verwüstung
iets kwijt willen → etwas sagen / loswerden wollen
de scheur → der Riss30.10.2024 | read article
de hangsnor → der herabhängende Schnurrbart
bloot → nackt
de kruidenier → der Lebensmittelladen
inruilen → umtauschen, eintauschen
heus → echt
bevlogen → leidenschaftlich
de beeldvorming → die Meinungsbildung (über), die Vorstellung (von)
gezaghebbend → von maßgebendem Einfluss
onversneden → pur
eensdeels → einesteils, einerseits
zich verre houden van iets → sich von etwas fernhalten
de beschaving → die Zivilisation
verslappen → nachlassen
iets met een korrel(tje) zout nemen → etwas nicht ganz ernst, cum grano salis nehmen
lelijk huishouden → schlimm wüten
de geschiedkundige → der Historiker
dan wel → oder
de twistvraag → die Streitfrage
de contreien → die Gegend
kort door de bocht → ein vorschneller Schluss
gebelgd → verärgert, sauer
verbolgen → aufgebracht, verärgert, zornig
goedschiks of kwaadschiks → gern oder ungern
de belasting → die Steuer
onvervaard → furchtlos, unerschrocken
wellicht → wahrscheinlich (in B)29.10.2024 | read article
de voorziening → die Einrichtung
de bronnentaal → die Quellensprache
de subsidie → die Subvention, der Zuschuss
bevorderen → fördern
de uitdaging → die Herausforderung
voortvarend → energisch
de Lage Landen → die Niederlande und Belgien
uitstekend → hervorragend
immens → enorm
beheren → verwalten
op kleine schaal → in kleinem Umfang
volop → reichlich
boekhoudkundig → buchhalterisch
de inkijk → der Einblick
het kruispunt → die Kreuzung, der Schnittpunkt29.10.2024 | read article
de kerstboom → der Weihnachtsbaum
de kwekerij → der Anbau
doodgaan → sterben
weggooien → wegwerfen
de sleuf → die Schneise
de sloot → der Wassergraben
klap op klap → Schlag auf Schlag
verzuipen → ersaufen
de tegenslag → der Rückschlag
het tekort → der Mangel / das Defizit28.10.2024 | read article
iets bestempelen als → etwas bezeichnen als
aanzienlijk → beträchtlich
aanscherpen → verschärfen
overwegen → erwägen
de verblijfsvergunning → die Aufenthaltsgenehmigung
snappen → kapieren, verstehen23.10.2024 | read article
de schepen → der / die Beigeordnete (in B)
de schepen → der Schöffe (historisch)
de post → die Stellung, das Amt
de rechtspraak → die Rechtsprechung, Gerichtsbarkeit
de middeleeuwen → das Mittelalter
de plaatsvervanger → der Stellvertreter
het bestuurslid → das Verwaltungsmitglied
de rechtbank → das Gericht
scheppen → schaffen
de schout → der Schultheiß, der Schulze
de baljuw → der Vogt
de drossaard → der Drost, der Truchsess
de scheiding der machten → die Teilung der Gewalten
de bestuursfunctie → die leitende Funktion23.10.2024 | read article
de zaligverklaring → die Seligsprechung
versnellen → beschleunigen
iets ophelderen → etwas aufklären
de abortus → die Abtreibung22.10.2024 | read article
fout zijn → es im Krieg mit dem Feind halten
de bijltjesdag → der Tag der Abrechnung/Rache
de NSB (Nationaalsocialistische Beweging) → ehemalige niederländische nationalsozialistische Partei
de weerslag → die Wiedergabe
het vergrijp → das Vergehen
de tewerkstelling → die Arbeitsbeschaffung
de zuivering → die Säuberung
tekortschieten → nicht ausreichen, versagen
de berisping → der Tadel, Verweis, die Rüge
publiek → öffentlich
de moffenmeid → das Deutschenflittchen
ferm → tüchtig, ordentlich
het niet rooien → sich nicht über Wasser halten können
blijkens → laut
zindelijk → sauber, stubenrein
oprakelen → aufrühren
de poging → der Versuch15.10.2024 | read article
Voor Gent → https://www.voorgent.be/
het schilderij → das Gemälde
het MSK (Museum voor Schone Kunsten) → das Museum für Schöne Künste
het tafereel → das Bild, die Szene
vertolken → darstellen
flatterend → schmeichelnd
de zweetdoek → das Schweißtuch14.10.2024 | read article
het eerherstel → die Rehabilitierung
de verzetsheld → der (heldenhafte) Widerstandskämpfer
iemand uit een land verbannen → jemanden des Landes verweisen, jemanden aus einem Land ausweisen
de wreedheid → die Grausamkeit
door toedoen → durch Zutun
onafgebroken → ununterbrochen14.10.2024 | read article
een aanval afslaan → einen Angriff abschlagen
de peiling → die Umfrage
de gemeenteraadsverkiezingen → die Kommunalwahlen
de nek-aan-nek-race → das Kopf-an-Kopf-Rennen
zich opmaken → sich aufmachen, sich anschicken
de welvaart → der Wohlstand
de ploeg → das Team
't stad → Bezeichnung für Antwerpen
de flank → die Seite
de opkomstplicht → die Wahlpflicht
de stemgerechtigden → die Stimmberechtigten11.10.2024 | read article
de sluis → die Schleuse
de kraan → der Kran
een klus klaren → eine Arbeit erledigen
opdraaien voor iets → für etwas aufkommen müssen
onvoorziene problemen → unvorhergesehene Probleme
de vertraging → die Verzögerung
PFAS → https://de.wikipedia.org/wiki/Per-_und_polyfluorierte_Alkylverbindungen
opblazen → sprengen
de scheur → der Riss
gesneuvelde ramen → zerbrochene Fenster
een smet op iemands blazoen → ein Fleck auf jemandes weißer Weste
begroten → veranschlagen
de binnenvaart → die Binnenschifffahrt
op volle kracht → mit voller Kraft10.10.2024 | read article
afstand nemen van iets → sich von etwas distanzieren
het ontslag → die Entlassung, die Kündigung
de begroting → der Haushalt, der Etat
voorkómen → verhindern
ontslaan → entlassen
ongepast → unpassend, unangebracht, unanständig
weerspreken → widersprechen10.10.2024 | read article
iemand terugfluiten → jemanden zurückpfeifen
het bord → das Schild
de tegenvaller → die Enttäuschung, der Rückschlag
het asielzoekerscentrum (azc) → das Asylbewerberheim, das Asylantenheim
een idee opdoen → auf eine Idee kommen
ontkennen → bestreiten
in de aandacht komen → auf sich aufmerksam machen
opperen → vorschlagen
er komt niets van terecht → daraus, aus der Sache wird nichts
grip op iets kunnen krijgen → etwas in den Griff bekommen können07.10.2024 | read article
destijds → damals
gaandeweg → allmählich, nach und nach
verruimen → erweitern
de invalshoek → der Blickwinkel, die Sicht, Sichtweise
putten → schöpfen
nieuwswaardig → beachtenswert07.10.2024 | read article
het bot → der Knochen
het haar → das Haar
het plukje → das Haarbüschel
rechtzetten → berichtigen
de overblijfselen → die Reste
ondergaan → erfahren
de grafkist → der Sarg
dusdanig → derartig
daadwerkelijk → tatsächlich
afkomstig zijn (van) → stammen (von)
kantelen → kippen
de Spaanse zilvervloot → Flotte, die Gold und Silber aus Nord- und Südamerika nach Spanien brachte
het eens worden → sich einigen
Inmiddels → inzwischen, mittlerweile
de kist → der Sarg
Piet Hein → https://nl.wikipedia.org/wiki/Piet_Hein_(zeevaarder)06.10.2024 | read article
de aartsbisschop → der Erzbischof
opgroeien → aufwachsen
de minderbroeders-conventuelen → die (Franziskaner-)Konventualen, die Franziskaner-Minoriten
de gelovige → der Gläubige
het Midden-Oosten → der Mittlere Osten
diplomatieke betrkkingen → diplomatische Beziehungen
eenvoudig → einfach
uiteenlopend → unterschiedlich03.10.2024 | read article
het ontzet van Leiden → der Entsatz, die Befreiung Leidens
de trouwerij → die Trauung, die Heirat
de Spanjaard → der Spanier
de belegering → die Belagerung
het keerpunt → der Wendepunkt
de watergeuzen → die Wassergeusen
de parkeergarage → das Parkhaus
de huwelijksvoltrekking → die Trauung02.10.2024 | read article
uithalen naar iets / iemand → etwas / jemanden kritisieren
iemand iets door de strot rammen → jemandem einen reinwürgen
aandacht besteden → Aufmerksamkeit widmen
verwijzen (naar) → hinweisen (auf)
het belang → die Bedeutung, die Wichtigkeit
inlepelen → einprägen
verleiden → verführen
uitblinken → glänzen
geboren en getogen → geboren und aufgewachsen
de bovenhand → die Oberhand
iemand op iets onthalen → jemanden mit etwas empfangen, überraschen
kersvers → frischgebacken
de slager → der Fleischer, Metzger
lauweren → auszeichnen30.09.2024 | read article
het cursiefje → die Kolumne
de stoofpot → der Schmortopf
burlen → röhren
het hert → der Hirsch
het haardvuur → das Kaminfeuer
de pelletkachel → Ofen der geheizt wird mit Holzpellets
in zijn zetel neerploffen → sich in seinen Sessel plumpsen / fallen lassen
de zetel → der Sessel (in B)
de goesting → der Appetit, die Lust (in B)
sudderen → schmoren
het wafelijzer → das Waffeleisen
pruttelen → brodeln
in een wip → im Nu
een broek van ribfluweel → eine Cordhose
trotseren → trotzen
de plas → die Lache, Pfütze
van pas komen → gelegen kommen
de nevelsliert → der Nebelschwaden
opslorpen → aufschlürfen
de paddenstoel → der Pilz
neervleien → (sanft) hinlegen
de toog → die Theke, der Schanktisch
de maat → der Kumpel
2024-11
2024-10
2024-09
[ Show complete list (very long) ]