Niederländische Sprachwissenschaft Veranstaltungen am Arbeitsbereich Niederländische Sprachwissenschaft

Geschiedenis van de extramurale neerlandistiek

Die weit bis ins 19. Jahrhundert zurückgehende Geschichte der Niederlandistik außerhalb des niederländischen Sprachgebiets wurde bisher nur ungenügend erforscht. Das im Mai 2008 an der FU Berlin organisierte Kolloquium sollte ein erster Schritt sein, um diese Lücke zu schließen. 26 Niederlandisten waren eingeladen, um in einem Vortrag verschiedene Aspekte in der Geschichte des Faches in den unterschiedlichsten Ländern Europas zu beleuchten. Dabei lagen inhaltliche Schwerpunkte z.B. auf der institutionellen Geschichte der Niederlandistik-Fachbereiche in Europa, den Lebensläufen niederlandistischer Forscher und der paradigmatischen Analyse der extramuralen Niederlandistik-Forschung.

Referenten:

Mona Arfs (Göteborg), Hans Beelen (Oldenburg), Laura Brandt (Lüttich), Antoinet Brink (Coïmbra), Linde van den Bosch (Nederlandse Taalunie), Anikó Daróczi (Budapest), Heinz Eickmans (Duisburg-Essen / Münster), Wilken Engelbrecht (Olomouc), Jane Fenoulhet (London), Judit Gera (Budapest), Jaap Grave (Berlin), Claudia Huisman (Straßburg), Guy Janssens (Lüttich), Stefan Kiedron (Wroclaw), Jan Konst (Berlin), Marja Kristel (IVN), Niels-Erik Larsen (Kopenhagen), Ann Marynissen (Köln), Jelica Novakovic-Lopušina (Belgrad), Gábor Pusztai (Debrecen), Rita Schlusemann (Berlin), Kris Steyaert (Lüttich), Eddy Verbaan (Nottingham), Arthur Verbiest (Madrid), Roel Vismans (Sheffield).

Siehe auch die Projektseiten zur Geschichte der extramuralen Niederlandistik

Das Kolloquium ‘De Geschiedenis van de Extramurale Neerlandistiek in Europa’ wurde von einer internationalen Arbeitsgruppe organisiert: Matthias Hüning (Freie Universität Berlin), Guy Janssens (Université de Liège), Stefan Kiedron (Uniwersytet Wroclawski), Jan Konst (Freie Universität Berlin) en Roel Vismans (University of Sheffield). Um die praktischen Seiten des Kolloquiums kümmerte sich Tanja Holzhey (Freie Universität Berlin).

Das Kolloquium wurde u.a. durch eine finanzielle Unterstützung der Nederlandse Taalunie möglich gemacht.



Programm

Mittwoch, 28. Mai 2008
ab 16.30 Uhr Registrierung, Kaffee und Tee
17.30-17.45 Jan Konst (Berlin), Officiële opening
17.45-18.45 Guy Janssens (Lüttich), Het onderwijs van het Nederlands in Wallonië en Luxemburg onder koning Willem I (1815-1830): een didactisch-linguïstische proeftuin.
ab 19 Uhr Abendessen im Restaurant Galileo
Donnerstag, 29. Mai 2008
10.00-10.30 (PLENAR) Linde van den Bosch (Nederlandse Taalunie), Neerlandistiek wereldwijd.
Session 1: Ungarn Leiter: Matthias Hüning
10.45-11.15 Judit Gera (Budapest), Hongaarse neerlandici ‘avant la lettre’. De kring rond Nicolaas en Adriaan Beets.
11.15-11.45 Gábor Pusztai (Debrecen), Institutionele geschiedenis van de Vakgroep Nederlands aan de Universiteit Debrecen in Hongarije.
11.45-12.15 Anikó Daróczi (Budapest), Het Hongaarse gezicht van de Nederlandse cultuur.
Session 2: Polen und Deutschland I Leiter: Guy Janssens
10.45-11.15 Stefan Kiedron (Wroclaw), Neerlandica Wratislavensia. De neerlandistiek aan de oevers van de Oder (1823 – 2008).
11.15-11.45 Heinz Eickmans (Duisburg-Essen), Tussen Flamenpolitik, Ahnenerbe en Westforschung. Ideologische dwaalwegen van de Duitse Neerlandistiek 1915-1945.
11.45-12.15 Hans Beelen (Oldenburg), Extramurale neerlandistiek in de grensstreek: Noordwest-Duitsland.
12.15-14.00 Mittagspause
14.00-14.30 (PLENAR) Marja Kristel (IVN), De internationale neerlandistiek verenigd.
Session 3: Wallonien und Frankreich Leiter: Roel Vismans
14.45-15.15 Kris Steyaert (Lüttich), “Uw gouden moedertael uit leeraerstoel verdrongen”: de Nederlandse literatuurstudie als prescriptieve Landeskunde in de Waalse provincies (1814-1900).
15.15-16.00 Kaffee und Tee
16.00-16.30 Laura Brandt (Lüttich), Kritisch overzicht van de historiografie van de neerlandistiek in het Franse taalgebied.
16.30-17.00 Claudia Huisman (Straßburg), Met de Franse slag? Van pioniers tot professoren of de gestadige ontwikkeling van de neerlandistiek in Frankrijk.
Session 4: Süd-Europa Leiterin: Bettina Noak
14.45-15.15 Jelica Novakovic (Belgrad), Zuidslavische enthousiastelingen.
15.15-16.00 Kaffee und Tee
16.00-16.30 Antoinet Brink (Coïmbra), Lilliputterlanden en goliathgedachten: Portugal, Nederland en de neerlandistiek.
16.30-17.00 Arthur Verbiest (Madrid), Een klap van de molenwiek.
Freitag, 30. Mai 2008
9.30-10.00 (PLENAR) Jaap Grave (Berlin), Grenzen en mogelijkheden van het onderzoek naar de geschiedenis van de internationale neerlandistiek.
Session 5: Skandinavien und England Leiter: Stefan Kiedron
10.00-10.30 Mona Arfs (Göteborg), Neerlandistiek in Zweden.
10.30-11.00 Niels Erik Larsen (Kopenhagen), Nederlands in Denemarken.
11.00-11.30 Kaffee und Tee
11.30-12.00 Jane Fenoulhet (London), Disciplinaire spanningen. De Londense Leerstoel(en).
12.00-12.30 Eddy Verbaan und Roel Vismans (Sheffield), Modern Dutch Studies. Peter King en de opkomst van de interdiscipline.
Session 6: Tschechien, Slowakei und Deutschland II Leiterin: Judit Gera
10.00-10.30 Wilken Engelbrecht (Olomouc), Tegen de verdrukking in: Een korte geschiedenis van de neerlandistiek in Tsjechië en Slowakije.
10.30-11.00 Ann Marynissen (Köln), Van ‘Deutsch-Niederländisches Forschungsinstitut’ tot ‘Institut für Niederlandistik’: de geschiedenis van de neerlandistiek in Keulen.
11.00-11.30 Kaffee und Tee
11.30-12.00 Rita Schlusemann (Berlin), De betekenis van Jacob Grimm voor de Neerlandistiek.
12.00-12.30 Jan Konst (Berlin), Tussen ‘Philologie’ en ‘Kulturvermittlung’: Vondel-beschouwing in Duitsland tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw.
12.30-12.45 Abschluss